De dopinglijst door de jaren heen

De dopinglijst is continu in ontwikkeling. Hierdoor verschijnen er af en toe nieuwe stoffen of methoden op de dopinglijst, worden voorwaarden voor het gebruik aangepast, of verdwijnen ze van de lijst.

IOC

In 1967 kwam de medische commissie van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) met zijn eerste dopinglijst. Op deze lijst stonden alleen stimulantia en narcotica inclusief bèta-2 agonisten vermeld. In de jaren die volgende werden de volgende stoffen en methoden aan de IOC dopinglijst toegevoegd:

  • 1976 – anabole steroïden
  • 1985 – bloeddoping en bètablokkers
  • 1986 – diuretica
  • 1987 – HCG (onder de categorie anabole steroïden) en manipulatie (van onder andere probenecide)
  • 1989 – peptidehormonen (waaronder groeihormonen)
  • 1990 – erytropoëtine (EPO)
  • 2003 – genetische doping en anti-oestrogeen

WADA

Sinds 2004 heeft WADA min of meer het stokje van het IOC overgenomen. De List Expert Group van WADA brengt minimaal één keer per jaar een herziene dopinglijst uit. Deze dopinglijst is de standaard voor vrijwel de gehele sport.

Een overzicht van alle veranderingen in de dopinglijsten is beschikbaar via doping.nl.

Verschenen sinds 2004

Hieronder staan een selectie van stoffen en/of methoden die in de loop der jaren aan de dopinglijst zijn toegevoegd. 

Per 1 januari 2024 - Tramadol

Tramadol is een morfine-achtige pijnstiller (opioïd) en wordt onder andere verkocht onder de merknamen Tramagetic, Tramal en Zaldiar (met paracetamol). Tramadol valt onder de categorie S7. Narcotica.

Tramadol-misbruik kan leiden tot fysieke afhankelijkheid, verslaving en overdosering. Bovendien is gebleken dat tramadol de sportprestaties kan verbeteren. WADA geeft aan dat tramadol vooral wordt gebruikt binnen wielrennen, rugby en voetbal.

Buiten wedstrijdverband wordt er niet op tramadol gecontroleerd. Echter heeft WADA voor tramadol een detectietijd van 24 uur bepaald. Hierdoor kan het gebruik buiten wedstrijdverband alsnog leiden tot een positieve test binnen wedstrijdverband

Per 1 januari 2016 - Meldonium

Meldonium is een Oost-Europees geneesmiddel dat de aanvoer van zuurstof naar het hart stimuleert. Het middel wordt toegepast om hartproblemen te bestrijden. Bij sporters kan gebruik van meldonium mogelijk het uithoudingsvermogen verbeteren. In Nederland staat meldonium niet als geneesmiddel geregistreerd, en wordt het dus niet voorgeschreven.

In 2015 stond meldonium al op WADA’s lijst van middelen die ze extra in de gaten hield, het zogenaamde monitoringsprogramma. Meldonium dook namelijk veelvuldig op in de urine van sporters, waardoor WADA het vermoeden had dat sporters het middel gebruikten om hun prestaties te verbeteren. Sinds 1 januari 2016 staat meldonium op de dopinglijst onder categorie S4. Hormoon- en metabole modulatoren. Het gebruik is zowel binnen als buiten wedstrijdverband verboden.

Per 1 september 2014 - Xenon & Argon

Xenon en argon vallen onder de hypoxia-inducible factor-activatoren (HIF-activatoren). Inhalatie van deze stoffen zou de aanmaak van erytropoëtine (EPO) in het lichaam bevorderen. Het doel hierbij is om het lichaam te stimuleren meer rode bloedcellen aan te maken. De edelgassen kunnen op deze manier het duurvermogen verbeteren. Daarnaast kleven er mogelijk gezondheidsrisico’s aan het gebruik.

Met name tijdens de Olympische Winterspelen in Sotsji werd hier veel over gediscussieerd. Halverwege 2014 besloot WADA daarom om xenon én argon per 1 september 2014 expliciet op de dopinglijst te plaatsen onder categorie S2. Peptide hormonen, groeifactoren, verwante stoffen en mimetica. Het gebruik is zowel binnen als buiten wedstrijdverband verboden.

Per 1 januari 2010 - Pseudo-efedrine

Net als cafeïne stond pseudo-efedrine wel op de IOC dopinglijst, maar heeft WADA op haar eerste dopinglijst in 2004 de stof niet opgenomen. Uiteindelijk is 6 jaar later op 1 januari 2010 psuedo-eferine weer aan de dopinglijst toegevoegd in categorie S6. Stimulantia. Pseudo-efedrine zou na onderzoek toch een prestatiebevorderend effect hebben. Hierdoor kwam het terug op de dopinglijst, maar wel met een hogere grenswaarde. Binnen wedstrijdverband is de grenswaarde voor pseudo-efedrine 150 μg/ml urine. WADA adviseert maximaal 240 μg/ml per dag te nemen. En minimaal 24 uur voor aanvang van de periode die geldt als binnen wedstrijdverband te stoppen met het gebruik.

Aanpassingen sinds 2004

Hieronder staat een selectie van stoffen en/of methoden waarvan de voorwaarden voor het gebruik van de stoffen en/of methoden in de loop der jaren zijn aangepast.

Per 1 januari 2022 - Glucocorticoïden

Glucocorticoïden stonden tot 2022 ook al op de dopinglijst onder S9. Glucocorticoïden. Tot dan toe waren ze verboden binnen wedstrijdverband wanneer oraal (het middel wordt ingeslikt), intraveneus (in een ander), intramusculair (in een spier) of rectaal (via de anus ingebracht) toegediend. Per 1 januari 2022 zijn deze verboden toedieningswijzen uitgebreid naar alle injecties. De overige toedieningswijzen zijn toegestaan.

Per 1 januari 2011 - Salbutamol & Salmeterol (aangepaste grenswaarden)

Tot 1 januari 2011 moesten sporters een dispensatie aanvragen voor inhalatie van salbutamol en salmeterol. Dit is tegenwoordig niet meer nodig. Wel dienen sporters zich te houden aan de maximaal vastgestelde dosering.

Per 1 januari 2011 is dit voor salbutamol  1600 microgram per 24 uur (waarbij niet meer dan 800 microgram per 12 uur) en voor salmeterol 200 microgram per 24 uur.

Per 1 januari 2022 is de maximaal vastgestelde dosering voor salbutamol veranderd naar 1600 microgram per 24 uur (waarbij niet meer dan 600 microgram per 8 uur).

Verdwenen 

Hieronder staat een selectie van stoffen en/of methoden die in de loop der jaren van de dopinglijst zijn verdwenen.

Per 1 januari 2025 – Bloeddonatie

Het doneren van bloed en bloedcomponenten, inclusief via plasmaferese, is per 1 januari 2025 toegestaan, mits het gebeurt bij een geregistreerd afnamecentrum. Voor meer informatie over bloeddonatie, klik hier.  

Per 1 januari 2024 – Bloedplasmadonatie

Het doneren van bloedplasma of bloedplasmacomponenten via plasmaferese is per 1 januari 2024 toegestaan, mits dit bij een geregistreerd afnamecentrum gebeurt. Voor meer informatie over bloeddonatie klik hier: https://www.dopingautoriteit.nl/magdit/injecties.  

Per 1 januari 2018 - Alcohol

Alcohol staat sinds 1 januari 2018 niet meer op de dopinglijst. Voorheen was alcohol alleen verboden binnen bepaalde sporten, zoals de autosport. Dit was vooral vanwege het gevaar dat het gebruik opleverde voor de sporter en voor andere deelnemers. Alcohol is van de dopinglijst verwijderd, omdat WADA denkt dat er effectievere manieren zijn om alcohol uit de sport te bannen dan via de dopingregels.

Per januari 2018 - Cannabidiol

Cannabidiol (CBD) stond tot 2018 op de dopinglijst onder categorie S8. Cannabinoïden. WADA zag het namelijk als een cannabimimeticum. Dat wil zeggen dat het invloed heeft op dezelfde receptoren als tetrahydrocannabinol (THC). THC is het bestanddeel in cannabis, wiet en marihuana waar je ‘high’ (psychoactieve effecten) van wordt. Na verder onderzoek van WADA bleek CBD toch geen cannabimimeticum te zijn. Daarom is het van de dopinglijst verwijderd.

Per 1 januari 2011 - Bloedplaatjes

Bloedplaatjes staan sinds 2011 niet meer op de dopinglijst, omdat het bewijs voor prestatiebevordering ontbrak. Bloedplaatjes worden gebruikt voor het herstel van pees- of spierweefsel. Door het inbrengen van bloedplaatjes zou het genezingsproces worden versneld. Dit komt mede door de groeifactoren in de bloedplaatjes. Hoewel bloedplaatjes dus groeifactoren bevatten, staan ze niet meer op de dopinglijst.

Per 1 januari 2004 - Cafeïne

Cafeïne stond tot 2004 op de dopinglijst van het Internationaal Olympisch Comité (IOC). Dronken sporters meerdere stevige bakken koffie of blikjes energy drink? Dan konden ze in sommige gevallen bij een wedstrijd boven de grenswaarde van 12 μg/ml uitkomen, en dus positief testen.

In 2004 verscheen de eerste dopinglijst van WADA. Cafeïne stond hier niet meer op. De reden hiervoor is vermoedelijk dat het gebruik van cafeïne wereldwijd sociaal geaccepteerd is. Daarnaast was het lastig om te weten hoeveel je er precies van binnenkreeg. Cafeïne komt namelijk voor in allerlei alledaagse producten, zoals koffie, thee, cola en zelfs chocola. Was je dus een chocoholic? Dan kon je ongemerkt toch een grote hoeveelheid cafeïne binnenkrijgen.

Sindsdien monitort WADA het gebruik van de stof nog wel. Dit houdt in dat ze registreren hoeveel urinemonsters cafeïne bevatten boven de oude grenswaarde. Zo houden ze in de gaten of cafeïne wordt misbruikt om de prestaties te verbeteren.