Categorie S7. Narcotica bestaat uit verdovende en pijnstillende middelen. De meeste narcotica vallen onder de groep opioïden, zoals morfine en tramadol. Andere bekende narcotica zijn heroïne en methadon. Gebruik van stoffen uit categorie S7. Narcotica is binnen wedstrijdverband verboden.
Voorbeelden van narcotica.
Narcotica worden gebruikt bij de behandeling van acute pijn, maar bijvoorbeeld ook bij pijnklachten door kanker. Sporters kunnen narcotica vanwege de pijnstillende werking gebruiken bij blessures. Zo kunnen ze ook met pijnklachten blijven presteren. In de meeste gevallen kunnen de pijnklachten van een sporter echter worden behandeld met minder hevige dopingvrije pijnstillers.
Het gebruik van narcotica kan onder andere leiden tot slaperigheid, duizeligheid, misselijkheid, te lage bloeddruk, vertraagde hartslag en moeite met ademhalen. Daarbij kan de blessure van een geblesseerde sporter verergeren, doordat de sporter zijn/haar lichaam geen hersteltijd geeft.
Een ander gevaar is dat narcotica die gebruikt zijn buiten wedstrijdverband binnen wedstrijdverband tot een positieve test kunnen leiden. Na het gebruik van narcotica kunnen de stoffen tot ongeveer 14 dagen (afhankelijk van toedieningswijze, hoeveelheid en stofwisseling) nog worden aangetoond.
Maanzaad wordt net als morfine gewonnen uit de papaver. Van nature komen er kleine hoeveelheden morfine en morfine-achtige stoffen (zoals codeïne) voor in maanzaad. Er bestaat dus een kans dat je binnen wedstrijdverband positief test door het eten van een ‘poppy seed’ muffin. Hoe groot de kans is hangt af van het soort, de hoeveelheid, het moment van gebruik en je spijsvertering. In het algemeen geldt: niet meer dan 2 gram maanzaad eten en 1 à 2 dagen voor de wedstrijd stoppen met het gebruik om een positieve test te voorkomen.