De Engelse wielrenner Tommy Simpson overlijdt in 1967 terwijl hij de Mont Ventoux beklimt in de Tour de France. Dit komt vermoedelijk door een combinatie van hitte, oververmoeidheid, alcohol en amfetamines. Zijn dood zorgt voor veel opschudding. Er bestaan van het drama namelijk televisiebeelden, terwijl live verslaggeving van sportevenementen in die tijd nog niet gangbaar is. De dood van Simpson leidt internationaal zowel bij sportorganisaties als bij overheden tot actie tegen het gebruik van doping.
Michel Pollentier wordt na zijn overwinning op de Alpe d’Huez tijdens de Tour de France van 1978 betrapt op manipulatie. Hij heeft schone urine verborgen in een condoom onder zijn oksel. Deze urine heeft hij via een stelsel van slangetjes naar een buisje onder zijn penis geleid. Bij de dopingcontrole krijgt hij echter de sluiting van het condoom onder zijn oksel niet open. Het gepruts leidt tot argwaan bij de dopingcontroleurs. Nadere inspectie door de dopingcontroleur brengt het bedrog aan het licht. Sindsdien moeten sporters hun boven- en onderlichaam gedeeltelijk ontbloten bij het leveren van een urinemonster.
De Rus Nikolaj Goeljajev, wereldkampioen schaatsen van 1987, is begin 1988 betrokken bij de handel in doping. Hij geeft de Noorse schaatser Björn Nyland een pakketje mee voor zijn collega-schaatser Stein Krosby. Nyland ontdekt anabole steroïden in het pakketje. Krosby en Goeljajev geven de handel in doping toe. Krosby geeft ook het gebruik van de verboden middelen toe en wordt voor anderhalf jaar geschorst. Goeljajev wordt niet geschorst omdat hij alleen de koerier was. Goeljajev wint uiteindelijk goud op de 1000m tijdens de Olympische Spelen van Calgary 1988. De zaak was de aanleiding voor het IOC om ook de handel in doping strafbaar te maken.
Tijdens de Olympische Spelen van 1988 test de Canadees Ben Johnson positief nadat hij de 100m sprint overtuigend wint. In zijn urine wordt stanozolol, een anabool middel, gevonden. Hij wordt gediskwalificeerd en moet zijn medaille en wereldrecord inleveren. Naar aanleiding van de "affaire Ben Johnson" vindt in Canada in 1988 een regeringsonderzoek plaats naar dopinggebruik. In de uitgebreide rapportage van het onderzoek blijkt dat in bepaalde takken van sport (zoals atletiek en worstelen) subsidiegeld van de overheid wordt misbruikt om dopinggebruik te financieren. Het rapport is bekend onder de naam ‘The Dubin Inquiry’, genoemd naar de voorzitter van de onderzoekscommissie Charles Dubin. Het rapport leidt ertoe dat in 1991 een onafhankelijke dopingorganisatie in Canada wordt opgericht. De dopingorganisatie is verantwoordelijk voor de dopingcontroles en implementatie van een dopingreglement.
In de jaren 90 komt na de val van de Berlijnse Muur informatie uit het Stasi-archief naar buiten over het DDR staatsbesluit 14.25. In dit besluit staat beschreven hoe in het voormalige Oost-Duitsland, de DDR, zelfs aan minderjarige sporters systematisch anabolen, met name Oral-Turinabol, wordt gegeven. Voor iedere sporter blijkt een individueel programma van anabolen en training te bestaan. Dit leidt bij talloze sporters tot blijvende lichamelijke en psychosociale schade.
Dit geldt ook voor kogelstootster Heidi Krieger. Heidi gebruikt al op jonge leeftijd grote hoeveelheden dopingmiddelen, zonder hier zelf van op de hoogte te zijn. Dit leidt tot een lange en pijnlijke zoektocht naar haar genderidentiteit. Tegenwoordig gaat Heidi door het leven als Andreas. In 2005 wordt in samenwerking met de Duitse anti-dopingorganisatie (NADA Deutschland) en Andreas de Andreas Krieger Story gemaakt, een korte documentaire waarin Andreas zijn verhaal vertelt.
De Argentijnse voetballer Diego Maradona wordt in 1991 voor een periode van 15 maanden geschorst vanwege cocaïnegebruik. In 1994 wordt hij opnieuw betrapt op het gebruik van doping. Dit keer gaat het om vijf verboden stoffen: efedrine en vier varianten daarvan. Hij wordt om deze reden één dag voor de laatste poulewedstrijd van het WK voetbal in Amerika uit het toernooi gehaald. Maradona spreekt van een complot. Snel wordt duidelijk dat de Argentijn de mix van stimulerende middelen heeft gebruikt om in zes weken 14 kilo af te vallen. Hij krijgt weer een schorsing van 15 maanden. In hetzelfde jaar wordt bekend dat hij aan cocaïne verslaafd is. Als Maradona in 1997 nogmaals wordt betrapt op het gebruik van cocaïne, beëindigt hij zijn carrière.
Drie dagen voor de start van de Tour de France in 1998 wordt in de Festina-ploegauto van soigneur Willy Voet een grote hoeveelheid dopingstoffen gevonden. Willy Voet wordt opgepakt en verhoord door de Franse politie. De Festinaploeg wordt na de zesde etappe uit de Tour gezet, nadat bekend is geworden dat de renners doping hebben gebruikt. Op de eerste rustdag doorzoekt de Franse politie meerdere ploegen. Ook de wielrenners van de Nederlandse ploeg TVM worden ondervraagd en drie begeleiders worden door de politie opgepakt. Uit onvrede houden de wielrenners in de 12e en 17e etappe een stil protest. De Tour directie schrapt de uitslag van de 17e etappe. De manier waarop er wordt omgegaan met de renners en ploegen doet vier Spaanse en één Italiaanse ploeg besluiten om de Tour de France te verlaten. De TVM-renners worden extra gecontroleerd op doping. Mede hierdoor besluit de ploeg om ook de Tour te verlaten. Uiteindelijk haalt de helft van het peloton de finish in Parijs niet. De Tour de France van 1998 gaat de boeken in als de Tour de Dopage.
In 1985 richt Victor Conte het bedrijf Bay Area Laboratory Cooperative (BALCO) op. Conte test door middel van bloed- en urinemonsters of zijn cliënten vitamine- en/of mineralentekorten hebben. Hij geeft advies over het gebruik van producten, zoals voedingssupplementen, om deze tekorten aan te vullen. De producten bevatten dopingstoffen die nog niet te detecteren zijn tijdens dopingcontroles, zoals EPO, humaan groeihormoon (HGH), Modafinil, testosteron en epitestosteron, en het designersteroïd tetrahydrogestrinon (THG).
BALCO wordt bekend doordat bekende sporters zijn producten gebruiken, zoals de American Footballspeler Bill Romanowski, de sprinters Tim Montgomery, Marion Jones en Dwain Chambers, de kogelstoters Kevin Toth en C.J. Hunter, de middenlangeafstandloopster Regina Jacobs en de honkballer Barry Bonds. In 2003 komen onderzoekers van de Amerikaanse anti-dopingorganisatie USADA in het bezit van een injectiespuit die sporen bevat van designersteroïd THG, dat bij Conte’s BALCO bedrijf vandaan komt. Er wordt een onderzoek ingesteld. Dit leidt tot de berechting van Conte in 2005. Hij wordt veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf, vier maanden huisarrest en een juridische ondertoezichtstelling van twee jaar.
De Amerikaanse wielrenner Tyler Hamilton wordt in 2004 verdacht van dopinggebruik. Tijdens de Olympische Spelen van Athene (2004) test hij positief op bloeddoping, maar door procedure fouten mag hij in eerste instantie zijn gouden medaille houden. Tijdens de Vuelta in 2004 krijgt hij een startverbod opgelegd vanwege te hoge hematocrietwaarden. Later blijkt dat hij bloeddoping heeft gebruikt. Zijn klasseringen in de Vuelta van 2004 worden geschrapt en hij wordt 2 jaar geschorst. In 2007 keert Hamilton weer terug in het wielrennen. Maar niet voor lang; in 2009 test hij wéér positief. Voor het gebruik van het spierversterkend middel DHEA wordt hij 8 jaar geschorst. Hij besluit gelijk een einde te maken aan zijn wielrencarrière.
In 2010 treedt Hamilton op als getuige in het grootschalige onderzoek naar het dopinggebruik van oud-ploeggenoot Lance Armstrong. Hamilton geeft toe dat hij ook zelf tijdens zijn hele wielrencarrière doping heeft gebruikt en moet alsnog zijn Olympische gouden medaille uit 2004 inleveren. In 2012 publiceert hij een boek waarin hij vertelt over zijn carrière en dopingervaringen: The Secret Race: Inside the Hidden World of the Tour de France: Doping, Cover-ups, and Winning at All Costs. In 2015 maakt Tyler in samenwerking met drugfree sport New Zealand (DFSNZ) een drietal video’s waarin hij sporters en hun ouders toespreekt en tips geeft voor een schone sport.
Operación Puerto is een grote dopingzaak die op 23 mei 2006 aan het licht komt. In de kliniek van Eufemiano Fuentes in Madrid (Spanje) worden meer dan 200 zakjes bloed en transfusiemateriaal gevonden. In de zaak Fuentes worden voornamelijk wielrenners genoemd. Een dag voor de start van de Tour de France in 2006 wordt er aan negen renners een startverbod opgelegd. Onder hen zijn de favorieten Jan Ullrich en Ivan Basso. Door het dopingschandaal heeft de Astana ploeg te weinig renners om de Tour de France te starten.
In 2007 bekennen Ivan Basso, Michele Scarponi en Jörg Jaksche klant te zijn geweest van Fuentes. Ook de namen van Alejandro Valverde en Jan Ullrich worden genoemd. Op 31 mei 2010 wordt Valverde voor twee jaar geschorst. Van de Duitse wielrenner Jan Ullrich wordt nooit bewezen dat hij bij de zaak Fuentes betrokken is geweest. Hij koopt vervolging door de Duitse justitie af en de inhoud van die overeenkomst wordt niet openbaar gemaakt.
Nummer 24 ofwel Clasicomano (Luigi) is de codenaam voor Thomas Dekker bij dopingarts Eufemiano Fuentes. In 2006 start Thomas Dekker met het gebruik van doping bij Fuentes. Wanneer Fuentes wordt gepakt voor zijn dopingpraktijken, gaat Thomas Dekker door met het gebruik bij de Oostenrijkse dopinghandelaar Stefan Matschiner. Een dag nadat hij bij Matschiner is geweest in december 2007 wordt hij gecontroleerd op doping. De uitslag is negatief. Toch houdt de UCI Dekker in de gaten wegens afwijkende bloedwaardes. In de zomer van 2009 vindt er een hertest van de bloedmonsters uit 2007 plaats. Dekker test alsnog positief op Dynepo, een variant van erytropoëtine (EPO). Hij wordt 2 jaar geschorst (tot juli 2011) en zijn resultaten vanaf december 2007 worden geschrapt. Na zijn schorsing maakt Dekker zijn rentree, maar komt niet meer terug op zijn oude niveau. In het voorjaar van 2015 stopt hij definitief met wielrennen. In 2016 brengt Dekker met schrijver Thijs Zonneveld het boek Thomas Dekker. Mijn gevecht uit over de dopingperikelen binnen zijn voormalige ploeg Rabobank.
Lance Armstrong is met de U.S. Postal ploeg tussen 1999 en 2005 oppermachtig en wint in die periode zeven keer de Tour de France. Tussen 2006 en 2012 melden verschillende oud-ploeggenoten van Armstrong dopinggebruik binnen de ploeg. Ook uit andere hoeken zijn er serieuze aantijgingen tegen Armstrong, maar er zijn geen positieve tests om het dopinggebruik te bewijzen. In 2012 komt USADA (de Amerikaanse anti-dopingorganisatie) met een zeer uitgebreid rapport over onder andere het dopinggebruik van Armstrong. Armstrong ontkent. USADA klaagt Armstrong aan en er volgen meerdere rechtszaken. Uiteindelijk wordt Armstrong levenslang geschorst. Zijn zeven Tour overwinningen is hij kwijt. Armstrong blijft ontkennen.
Tot 18 januari 2013. Tijdens een tweedelig interview met Oprah Winfrey biecht Armstrong zijn dopinggebruik op. In alle gewonnen Tours heeft hij doping gebruikt. Naar eigen zeggen bestond het gebruik uit een ‘cocktail’ van EPO, testosteron en bloedtransfusies. Daarnaast had hij ook groeihormonen en cortisonen gebruikt. Door een slimme planning kon hij tijdens de dopingcontroles (in die tijd alleen binnen wedstrijdverband) niet worden betrapt.
In het USADA rapport over onder andere Armstrong wordt ook de Nederlandse wielerploeg Rabobank genoemd. Dit doet Rabobank eind 2012 besluiten om te stoppen als hoofdsponsor van de gelijknamige ploeg. Om de geloofwaardigheid in het wielrennen terug te winnen gaan de ploegen, de KNWU en de Dopingautoriteit een convenant aan. (Oud-)renners kunnen in aanmerking komen voor strafvermindering als zij dopingervaringen delen. Grischa Niermann en Rudi Kemna maken hier gebruik van. Ze worden beide voor een half jaar geschorst. Daarnaast bekenen begin 2013 ook andere (oud-)renners doping te hebben gebruikt. Onder hen zijn Thomas Dekker en Michael Boogerd.
Boogerd geeft toe dat hij in de periode van 1997 tot 2007 EPO, cortisonen en later ook bloedtransfusies heeft gebruikt. Uiteindelijk wordt hij begin 2016 door de tuchtcommissie van het UCI voor 2 jaar geschorst. Boogerd gaat niet in hoger beroep. Zijn uitslagen tussen 2005 en 2007 worden geschrapt en hij mag 2 jaar niet in de sport actief zijn.
In december 2012 stellen NOC*NSF en de KNWU een onafhankelijke commissie aan met ondersteuning vanuit het Ministerie van VWS en de Dopingautoriteit. Deze commissie onderzoekt onder leiding van Winnie Sorgdrager de dopingcultuur in het Nederlandse wegwielrennen bij de heren. In juni 2013 presenteert de commissie haar bevindingen in het rapport ‘Meedoen of stoppen’. Op basis van vertrouwelijke gesprekken met betrokkenen in het wielrennen concludeert de commissie dat doping onderdeel is van de wielercultuur. Het overgrote deel van de wielrenners gebruikte eind jaren 90 en begin deze eeuw doping. Nederlandse wielrenners gingen hierin mee om te kunnen voldoen aan de verwachtingen van de ploeg, de sponsoren en het publiek. De keuze was: meedoen of stoppen. De commissie concludeert ook dat het dopinggebruik in Nederland na 2008 sterk is afgenomen, door maatregelen zoals het biomedische paspoort, dopingcontroles buiten wedstrijdverband, whereabouts en no needle policy. De houding ten opzichte van doping lijkt te veranderen. Ploegen spreken zich steeds nadrukkelijker uit voor een schone sport.
Om opvolging te geven aan de aanbevelingen uit dit rapport is het actieplan Koersen op een schone sport opgezet door de KNWU, NOC*NSF en de Dopingautoriteit met subsidie van het Ministerie van VWS. Het actieplan is hier te vinden.
In het voorjaar van 2016 testen diverse Oost-Europese sporters positief op meldonium. Eén van hen is tennisster Maria Sjarapova, winnares van vijf Grand Slams. Tijdens een persconferentie verklaart ze dat ze meldonium al 10 jaar op doktersvoorschrift gebruikt en geeft aan de wijzingen van de dopinglijst voor 2016 niet te hebben bekeken. Na een schorsing van 15 maanden maakt ze in april 2017 haar rentree op de tennisbaan.
Naast Sjarapova testen er ook andere sporters positief op meldonium. Niet iedereen wordt hiervoor geschorst. Meldonium blijkt namelijk langer in het lichaam aangetoond te kunnen worden dan in eerste instantie werd gedacht. Daarom kon de situatie zich voordoen dat een sporter in 2015 was gestopt met het gebruik van meldonium, maar bij een dopingcontrole aan het begin van 2016 toch nog positief testte op de stof. De Russische schaatskampioen Pavel Koelizjnikov is één van de sporters waarbij deze situatie zich voordeed.
Het is december 2014 als de Duitse tv-zender ARD met een documentaire over dopinggebruik binnen de Russische atletiek komt. WADA besluit hierop een onderzoekscommissie onder leiding van Dick Pound aan te stellen om de beschuldigingen over dopinggebruik te onderzoeken. In november 2015 stelt de commissie vast dat er in Rusland grootschalig dopinggebruik plaatsvindt onder de topsporters. Daarbij worden positieve dopingtesten verdoezeld. Op grond van deze conclusies schorst WADA het dopinglab in Moskou, en vervolgens ook het Russische anti-dopingagentschap RUSADA.
Het voormalige hoofd van het dopinglab in Moskou, Grigori Rodtsjenkov, vlucht naar Amerika en doet op 12 mei 2016 zijn verhaal in de New York Times. Hij onthult dat Rusland over een staatsgestuurd dopingnetwerk beschikte tijdens de Olympische Spelen in Sotsji (2014). Via een gat in de muur van het dopinglab zouden er tijdens de Olympische Spelen met doping vervuilde urinemonsters van Russische sporters zijn verwisseld voor schone monsters.
Drie maanden na de onthullingen van Rodtsjenkov komt de Canadese jurist Richard McLaren met een WADA-rapport over doping en Rusland. Dit rapport bevestigt de onthullingen van Rodtsjenkov. In december 2016 komt Richard McLaren met een tweede rapport over Rusland. Meer dan 1000 Russische sporters en officials blijken betrokken te zijn bij het systematisch manipuleren van dopingmonsters.
Begin december 2017 besluit het IOC dat Rusland als land niet mee mag doen aan de Olympische Spelen van PyeongChang 2018. Het Russische Olympisch Comité wordt geschorst. Russische sporters die kunnen bewijzen dat ze schoon zijn en geen dopingverleden hebben, kunnen onder de Olympische vlag deelnemen aan de Olympische Spelen.