Het Mulier Instituut heeft in opdracht van de Dopingautoriteit onderzoek gedaan naar het gebruik van prestatiebevorderende middelen door Nederlandse esporters en hun opvattingen hierover. Een grote meerderheid van de ondervraagden (83%) hecht belang aan regels over het gebruik van prestatiebevorderende middelen.
Esports is de afgelopen jaren wereldwijd enorm gegroeid en ook Nederland blijft daar niet in achter. Inspelend op de groeiende populariteit van esports kondigde het Internationaal Olympisch Comité onlangs de eerste Olympic Esports Games aan.
De esports-wereld is relatief jong en vergelijkbaar met traditionele topsport: er wordt op hoog niveau gepresteerd en de belangen zijn groot. Om een goede prestatie neer te zetten moeten esporters vaak lang achter elkaar scherp en gefocust blijven. Sommige esporters kiezen ervoor om prestatiebevorderende middelen te gebruiken om hun prestaties te verbeteren.
Het rapport ‘Prestatiebevorderende middelen in esports’, opgesteld door het Mulier Instituut, brengt het gebruik van en opvattingen over prestatiebevorderende middelen onder Nederlandse esporters in kaart. Daarbij kan het gaan om stoffen die op de WADA-dopinglijst staan, maar ook om overige middelen, zoals cafeïne.
Uit het onderzoek blijkt dat drie op de vier Nederlandse esporters wel eens prestatiebevorderende middelen gebruikt om beter te presteren. Vooral dranken of supplementen met cafeïne zijn populair. Het gebruik van bijvoorbeeld ADHD-medicatie en drugs ligt een stuk lager.
Slechts 21% van de esporters ervaart prestatiebevorderende middelen als serieus probleem, maar wel zegt een grote meerderheid van de ondervraagden (83%) het belangrijk te vinden dat er regels zijn over het gebruik van prestatiebevorderende middelen. Op dit moment is dat nog maar beperkt het geval. Ruim de helft van de esporters vindt dat het gebruik van medicatie en drugs tijdens wedstrijden valt onder valsspelen.
Van de deelnemers aan het onderzoek geeft 15 procent aan behoefte te hebben aan voorlichting over het gebruik en de risico’s van prestatiebevorderende middelen.
Voorzitter van de Dopingautoriteit, Vincent Egbers: “Er zijn op dit moment geen indicaties voor grootschalig misbruik van dopingmiddelen binnen esports, maar zoals bij alle sporten is dit een onderwerp dat in de gaten gehouden moet worden. Dit onderzoek maakt duidelijk dat veel esporters het thema serieus nemen. Zeker met het oog op de ontwikkelingen rond de Olympic Esports Games in 2025, is dit een onderwerp dat we als Dopingautoriteit op de voet blijven volgen.”
Lees de volledige bevindingen in het rapport ‘Prestatiebevorderende middelen in esports’.