Bètablokkers staan voor een aantal sporten op WADA’s dopinglijst. Sporters die om een medische reden een dopinggeduid medicijn nodig hebben, kunnen hier dispensatie (vrijstelling) voor aanvragen. In het algemeen is het echter lastiger om dispensatie te verkrijgen voor bètablokkers dan voor de meeste andere dopinggeduide medicijnen. De situatie heeft zich al vaker voorgedaan dat een sporter positief testte op een bètablokker, vervolgens dispensatie aanvroeg, maar geen toestemming kreeg. Dan is er dus sprake van een dopingovertreding, met vrijwel altijd een schorsing als gevolg. Je kunt een dergelijke vervelende situatie voorkomen.
Bètablokkers zorgen ervoor dat het stresshormoon adrenaline zijn werk minder goed kan doen. Ze worden aan hart- en vaatpatiënten voorgeschreven om het hart te ontlasten. Ook mensen met een hoge bloeddruk krijgen vaak bètablokkers voorgeschreven. Voorbeelden zijn metoprolol en atenolol. De belangrijkste effecten van bètablokkers zijn:
Bètablokkers zijn 'binnen en buiten wedstrijdverband' verboden in de volgende sporten:
Bètablokkers zijn alleen 'binnen wedstrijdverband' verboden in de volgende sporten:
Een dispensatie is een vrijstelling om medische redenen voor het gebruik van een stof op de dopinglijst. In Nederland noemen we het ook wel GDS: Geneesmiddelen Dispensatie Sporter. In het Engels heet het TUE, Therapeutic Use Exemption. In principe kun je voor alle stoffen op de dopinglijst een dispensatie krijgen.
De dispensatie wordt in Nederland verleend door de GDS-commissie. Dat is in Nederland een commissie van vijf onafhankelijke artsen die de aanvraag beoordelen en het wel of niet goedkeuren. Nationaal actieve sporters vragen nationaal dispensatie aan via de Dopingautoriteit en internationaal actieve sporters vragen het aan bij de internationale federatie.
De dispensatie wordt verleend voor de aangevraagde stoffen in de aangevraagde doseringen voor een bepaalde tijd. Drie maanden voor het verstrijken van deze periode ontvangt de sporter een e-mail dat de periode binnenkort afloopt.
Er zijn vier criteria die worden gehanteerd bij de toekenning van een dispensatie:
Bij het tweede criterium wordt ook gekeken of alternatieve medicatie (indien beschikbaar) is uitgetest dan wel goed is overwogen. Als dat is gedaan en het niet tot het gewenste effect heeft geleid, dan zou er een dispensatie voor een bètablokker gegeven kunnen worden. De reden dat sommige sporters achteraf geen dispensatie hebben gekregen is dat voor bètablokkers, met name als ze voorgeschreven worden voor hoge bloeddruk, vaak alternatieve (toegestane) geneesmiddelen bestaan die door de arts en sporter niet zijn uitgetest.
Allereerst is het belangrijk dat sporters die in aanmerking komen voor dopingcontroles ervan op de hoogte zijn dat geneesmiddelen dopingstoffen kunnen bevatten. Qua niveau is het goed om hiermee rekening te gaan houden vanaf NK’s en de hogere competities. Het advies aan deze sporters is om medicijnen altijd voorafgaand aan het gebruik te controleren op de aanwezigheid van dopingstoffen met de Dopingwaaier App.
Als een sporter een bètablokker voorgeschreven krijgt, dan is het raadzaam om gelijk met de arts te bespreken of behandeling met alternatieve (toegestane) medicatie een optie is. Is dit niet mogelijk? Dan is het advies om gelijk een dispensatieaanvraag in gang te zetten. Hierbij kan altijd advies worden gevraagd aan de Dopingautoriteit. Op deze manier weet de sporter vóór een eventuele dopingcontrole of hij/zij toestemming heeft om de bètablokker te gebruiken.