Routekaartjes Tour de France (2)

25 juni 2015

TOUR DE FRANCE

H e r h a l i n g met door de organisatie donderdag aangepaste route in voorlaatste etappe (eerder op 23/6 op het ANP-net)

UTRECHT (ANP) - Vanuit Utrecht zet de Tourkaravaan zich zaterdag 4 juli in beweging richting Frankrijk. Twee ritten voeren over Nederlandse bodem, daarna is België aan de beurt waarna de Tour de France vanaf 7 juli verder gaat op Frans grondgebied. De eindstreep ligt uiteraard op de Champs-Élysées, op 26 juli.

4 juli, eerste etappe, Utrecht - Utrecht (individuele tijdrit, 13,8 km): Voor de zesde keer gaat de Tour de France in Nederland van start, ditmaal met een individuele tijdrit over een kleine 14 kilometer dwars door de vierde stad van Nederland. Utrecht presenteerde zich als een stad waar de fiets centraal staat. Dat sprak Tourbaas Christian Prudhomme en zijn organisatie ASO aan. De finishstreep is getrokken op de Croeselaan. De Duitser Tony Martin is op voorhand de favoriet. Zijn grootste tegenstrever Tom Dumoulin kan de eerste Nederlandse geletruidrager worden sinds Erik Breukink in 1989 als leider werd gehuldigd na zijn winst in de proloog in Luxemburg.

5 juli, tweede etappe, Utrecht - Neeltje Jans (166 km): Via Rotterdam, de stad die in 2010 nog de voorkeur kreeg boven Utrecht voor het organiseren van Le Grand Départ, belanden de renners in het wellicht winderige Zeeland. De doorkomst in 2010, op weg toen naar Brussel, maakte indruk vanwege de vele toeschouwers en spectaculaire beelden vanuit de lucht. De laatste 40 kilometer voeren langs de kustlijn. Het kan daarom een finale worden waarin het peloton door de wind in zogenoemde waaiers uiteen wordt geslagen. De streep is getrokken op werkeiland Neeltje Jans, een attractiepark dat een onderdeel is van de Oosterscheldekering.

6 juli, derde etappe, Antwerpen - Hoei (159,5 km): Na de derde etappe kan voor het eerst een bollentrui worden uitgereikt. De eerste punten voor de bergprijs zijn onderweg te verdienen op drie hellinkjes van de vierde categorie. Serieus worden geklommen moet er in de laatste kilometer op de Muur van Hoei, bekend van de Waalse Pijl. De klim is 1,3 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 9,6 procent. Het steilste stuk helt liefst 19 procent. Het is een rit waarin de klassementsrenners zich niet kunnen verschuilen, vergelijkbaar met de etappe van vorig jaar naar Sheffield waar de latere Tourwinnaar Vincenzo Nibali won.

7 juli, vierde etappe, Seraing - Cambrai (223,5 km): Opnieuw bedacht de Tourorganisatie dat een deel van de kasseien van Parijs-Roubaix moet worden aangedaan. De kandidaten voor een topklassering in het eindklassement zijn allen de verraderlijke stenen al komen verkennen. Het is een eeuwig durende discussie of een dergelijke rit, waarin pech voor minutenverlies kan zorgen, in een grote ronde thuishoort. Vorig jaar verdween de Brit Chris Froome uit de Tour nadat hij twee keer onderuit was gegaan, al speelde een val van een dag eerder een grote rol bij zijn opgave. Toen lag de finish in Arenberg waar Lars Boom de eerste Nederlandse ritzege boekte sinds 2005. Cambrai, oftewel Kamerijk, is bekend vanwege een caramelsnoepje, het bêtise de Cambrai.

8 juli, vijfde etappe, Arras - Amiens (189,5 km): Langs gebieden waar in de Eerste Wereldoorlog veldslagen werden geleverd raast het Tourpeloton richting Amiens, in het verleden vaak decor van een massasprint. Mocht het door de wind in Zeeland mislukt zijn dan ligt hier de kans voor de sprintersploegen het peloton in de finale bijeen te houden. Amiens herbergt met de Notre-Dame de grootste gotische kathedraal van Europa. De stad met 134.000 inwoners werd elf keer eerder door de Tour bezocht.

9 juli, zesde etappe, Abbeville - Le Havre (191,5 km): In startplaats Abbeville boekte Lars Boom in de Tour de la Somme een van zijn eerste overwinningen op de weg. De voormalig veldrijder is nu een van de drijvende krachten bij Astana en zal in deze rit hard moeten werken om zijn kopman Nibali in de voorste gelederen te houden. De etappe voert grotendeels langs de Normandische kust tot aan Le Havre met een verraderlijk klimmetje op 500 meter voor de finish. De inwoners van de havenstad hebben twintig jaar moeten wachten voor het twintigste bezoek van de Tour. In 1979 was er Nederlands succes met de winst in de ploegentijdrit voor TI-Raleigh, de ploeg van Peter Post. De na de oorlog opgebouwde nieuwe stad van Le Havre behoort tot de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

10 juli, zevende etappe, Livarot - Fougères (190,5 km): Startplaats Livarot dankt haar bekendheid aan de gelijknamige sterk geurende kaas en is voor het eerst in het routeschema van de Tour opgenomen. Het lijkt bij voorbaat een van de ritten waarin de sprinters zich weer van voren kunnen laten zien, al is het onderweg nergens volledig vlak. De finish ligt in het Bretonse stadje Fougères waar in 1985 een ploegentijdrit eindigde. Acht renners van de ploeg La Vie Claire, onder wie Bernard Hinault en Greg Lemond, bezetten na die (vierde) etappe een plaats in de top tien van het klassement.

11 juli, achtste etappe, Rennes - Mûr de Bretagne (181,5 km): De sprinters hebben hun kansen gehad, nu is het tijd voor de mannen van het explosieve klimwerk. De Muur van Bretagne was vier jaar geleden voor het eerst finishlocatie van een Touretappe. De Australiër Cadel Evans troefde er in een sprint Alberto Contador af. De Spanjaard, met het grote doel om na de Giro dit jaar ook de Tour te winnen, zal opnieuw alert moeten zijn of misschien zelf de aanval moeten kiezen om seconden te sprokkelen op terrein dat hem ligt. De twee kilometer lange klim stijgt gemiddeld 6,9 procent met de steilste stukken in het begin.

12 juli, negende etappe, Vannes - Plumelec (ploegentijdrit, 28 km): Plumelec herbergde al eens de finish van een ploegentijdrit, al was dat voor de Tour van 1982 niet zo gepland. Demonstrerende arbeiders van een staalfabriek verhinderden de vijfde etappe, een race tegen de klok voor teams. Daarop besloot de organisatie de negende rit in tweeën te knippen en kon de Nederlandse ploeg TI-Raleigh zich alsnog uitleven op zijn specialisme. Dit jaar is het aantal kilometers beperkt maar is er aan het eind een klim van een kleine twee kilometer die om een tactische aanpak vraagt. Pas de tijd van de vijfde aankomende renner per ploeg telt.

13 juli, rustdag in Pau.

14 juli, tiende etappe, Tarbes - La Pierre-Saint-Martin (167 km): De eerste Pyreneeënrit eindigt in La Pierre-Saint-Martin, waar de Tour nooit eerder aankwam. Het skioord ligt aan het einde van de beklimming van de Col de Soudet, een helling van de hoogste categorie die eerder één keer in de Tour voorkwam, beklommen vanaf de andere kant. In 2007 pakte de Colombiaan Mauricio Soler er belangrijke punten voor het bergklassement dat hij uiteindelijk won. Eerder in de rit liggen drie klimmetjes van de vierde categorie. De nationale feestdag Quatorze Juillet betekent voor de Franse renners een extra motivatie.

15 juli, elfde etappe, Pau - Cauterets (188 km): De middelste van drie Pyreneeënritten voert over klassiekers als de Col d'Aspin en de Tourmalet. De streep ligt op een minder lastige klim van de derde categorie. Cauterets was finishplaats op een van de zwartste dagen van de Tour: in 1995 verongelukte de Italiaan Fabio Casartelli in de afdaling van de Col de Portet-d'Aspet. De meeste renners hoorden pas na de finish in het om de thermale bronnen bekende plaatsje wat hun collega was overkomen. Het is voor het eerst dat de Tour terugkeert in Cauterets.

16 juli, twaalfde etappe, Lannemezan - Plateau de Beille (195 km): De klim naar Plateau de Beille debuteerde in 1998 in de Tour, in een editie die als Dopingtour door het leven gaat vanwege de schandalen met name rond de ploegen Festina en TVM. Latere winnaar Marco Pantani pakte de ritzege op de klim van buitencategorie waar begin deze eeuw ook Lance Armstrong twee keer als eerste bovenkwam. Het is de zwaarste van de Pyreneeënritten met ook nog twee cols van de eerste en een van tweede categorie, de Col de Portet-d'Aspet.

17 juli, dertiende etappe, Muret - Rozet (198,5 km): Een aantal renners zal opgelucht zijn dat het hooggebergte verlaten is maar weet ook dat in de rit van Muret naar Rozet een pittige finale volgt. Kanshebbers in een sprint zullen een aantal hellinkjes moeten verteren, het lijkt een rit op het lijf geschreven van renners als John Degenkolb en Peter Sagan. Startplaats Muret werd nooit eerder aangedaan. Rodez, twee keer eerder in het Tourschema opgenomen, ligt in een van de warmste gebieden van Frankrijk.

18 juli, veertiende etappe, Rodez - Mende (178 km): In Mende zullen dezelfde renners strijden om de ritzege als eerder op de Muur van Hoei en de Muur van Bretagne. De finish ligt anderhalve kilometer na de top van de Côte de la Croix Neuve, een klim van 3 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 10,1 procent. De finish ligt bij het vliegveld van Mende dat voor het eerst in 1995 werd aangedaan. De Fransman Laurent Jalabert won er destijds. Vijf jaar geleden deed de Spanjaard Joaquim Rodriguez hem dat als laatste na door in de sprint Alberto Contador te verslaan. Die laatste won er wel twee keer een rit in Parijs-Nice.

19 juli, vijftiende etappe, Mende - Valence (183 km): Het oogt als een rit voor de sprinters, maar de wind in het Rhônedal zou nog wel eens tot verrassingen kunnen leiden. Valence was slechts één keer eerder finishplaats in de Tour. In 1996 won de Colombiaan Chepe González er een rit. In het nabij gelegen Bourg-lès-Valence boekte de Brit Mark Cavendish er een van zijn 25 etappe-overwinningen. Waar in het begin van de rit nog wat geklommen moet worden is de finale vrijwel vlak.

20 juli, zestiende etappe, Bourg-de-Péage - Gap (201 km): Een rit die, voordat de Alpen worden aangedaan, nog kansen biedt voor de mannen van de lange ontsnapping. Het is een stiel die de laatste jaren lijkt te zijn verdwenen door de controle van de ploegen met sprinters in de gelederen. In Gap liggen vooral mogelijkheden voor snelle mannen die ook het klimwerk aankunnen, renners als Peter Sagan en John Degenkolb of misschien wereldkampioen Michal Kwiatkowski. Op 12 kilometer voor de streep ligt de top van de Col de Manse (2e categorie) en daarna is het dalen naar Gap waar twee Nederlanders ooit een rit wonnen: Wout Wagtmans in 1953 en Jelle Nijdam in 1989.

21 juli, rustdag in Gap.

22 juli, zeventiende etappe, Digne-les-Bains - Pra-Loup (161 km): Slechts twee keer bezocht de Tour Pra-Loup maar voor de oudere wielervolgers is het een naam met betekenis. In 1975 werd de rit naar het skigebied de ondergang van Eddy Merckx, de Belg die de wielersport jaren had beheerst. Merckx verloor de gele trui aan de Fransman Bernard Thévenet die de Tour ook won. De ASO vond het veertig jaar na dato een mooie gelegenheid terug te keren. De uitdaging ligt echter niet zo zeer in de slotklim als wel in de beklimming van de Col d'Allos en de daaropvolgende afdaling die geen tijd biedt te herstellen.

23 juli, achttiende etappe, Gap - Saint-Jean-de-Marienne (186,5 km): Zeven hellingen liggen onderweg van Gap naar Saint-Jean-de-Marienne waar de Fransman Sandy Casar in 2010 de winnaar was. Het eerste deel van de rit voert over de Route Napoléon, tweehonderd jaar nadat de Franse heerser langs die weg terugkeerde uit ballingschap op Elba. De top van de zwaarste beklimming, de Col du Glandon, ligt op een kleine 40 kilometer voor de streep. Daarna volgt nog een spectaculaire primeur in de Tour; de klim van de Lacets de Montvernier waar binnen drie kilometer liefst achttien haarspeldbochten liggen. In het finishplaatsje, omgeven door beroemde Alpencols, won Lars Boom in 2011 de proloog van het Critérium du Dauphiné.

24 juli, negentiende etappe, Saint-Jean-de-Marienne - La Toussuire (138 km): Een korte maar loodzware rit met onderweg de Col de la Croix de Fer, een klim van de buitencategorie. De finish ligt in het skigebied Les Sybelles. La Toussuire werd voor het laatst bezocht in 2012 toen de Fransman Pierre Rolland er won. In 2006 bezorgde de Deen Michael Rasmussen zijn ploeg Rabobank er een dagsucces, een jaar later haalde de ploeg hem wegens dopingverdenkingen uit de Tour die hij leek te gaan winnen. Het was het begin van een slepend conflict tussen bank en renner dat tot aan de Hoge Raad werd uitgevochten.

25 juli, twintigste etappe, Modane - Alpe d'Huez (110,5 km): Op de laatste zaterdag voordat de Tour in Parijs wordt besloten werd al eens de Mont Ventoux beklommen. Ditmaal is de befaamde klim naar Alpe d'Huez geprogrammeerd, een helling die nog steeds als 'Hollandse Berg' wordt beschouwd. Dat is gebaseerd op prestaties uit het verleden. Gert-Jan Theunisse was in 1989 de laatste Nederlander die er won. Het zijn nu vooral nog de Oranjefans die op de berg met 21 bochten de mythe in stand houden. Twee jaar geleden, na een dubbele beklimming, won de Fransman Christophe Riblon er de rit. De slechts 110 kilometer lange etappe moest op het laatste moment wegens aardverschuivingen worden aangepast. Omdat herstel te lang uitbleef werden doorkomsten op de de Col du Télégraphe en de Galibier geschrapt en is de Col de la Croix de Fer in de route opgenomen. De berg wordt in vergelijking met de negentiende etappe van de andere kant beklommen.

26 juli, eenentwintigste etappe, Sèvres - Parijs-Champs-Élysées (109,5 km): Opnieuw vroeg in de avond ligt de eindstreep van de 102e editie van de Tour de France uiteraard op de Champs-Élysées, de beroemde laan in Parijs waar de sprinters hun officieuze WK uitvechten. De laatste twee keer was er succes voor de Duitser Marcel Kittel, daarvoor won de Brit Mark Cavendish liefst vier keer op rij de slotrit van de Tour. Jean-Paul van Poppel was in 1988 de laatste Nederlander die op de Champs-Élysées won.

Meer ANP Doping Nieuws

Archief 2015