WIELRENNEN EN DOPING
N i e u w bericht, meer informatie in derde alinea
ROME (ANP) - Ook Mario Cipollini lijkt het dopingspook niet meer te kunnen wegjagen. De Italiaanse wielerheld zou zich in zijn carrière met hulp van de Spaanse dopingarts Eufemiano Fuentes hebben bezondigd aan het gebruik van verboden middelen. De gezaghebbende Italiaanse sportkrant Gazzetta dello Sport onthulde zaterdag documenten die zouden aantonen dat 'Mooie Mario' klant was van de arts, die momenteel terechtstaat voor de rechtbank in Madrid.
Cipollini werkte volgens de Gazzetta samen met Fuentes vanaf 2002. Zijn codenaam was 'Maria'. Hij kreeg onder meer epo, hormonen en anabolen. De sprintbom won dat jaar het wereldkampioenschap op de weg in Zolder, de klassieker Milaan-Sanremo en zes etappes in de Ronde van Italië.
,,Een waarheid die pijn doet'', kopt de Italiaanse krant. Cipollini is een van de meest gelauwerde wielrenners met bijna 200 overwinningen. Hij boekte liefst 42 etappezeges in de Giro d'Italia. De inmiddels 45-jarige 'Cipo' wilde niet reageren op de aantijgingen. Zijn advocaat Giuseppe Napoleone noemde de verdachtmakingen in de Gazzetta ,,absurd''. Hij zei dat zijn cliënt bereid is een medische test te ondergaan om aan te tonen dat het bloed van 'Maria' dat bij Fuentes is aangetroffen niet van hem is.
Fuentes is hoofdverdachte in de Spaanse dopingaffaire Operación Puerto. Hij wordt beschouwd als de spil van een netwerk dat tientallen wielrenners van bloeddoping voorzag. Volgens de politie behoorden 58 renners tot de klantenkring van Fuentes, onder wie grote namen als Alberto Contador, Jan Ullrich, Ivan Basso, Michele Scarponi en Joseba Beloki.
De berichten op dit gedeelte van de website zijn direct overgenomen van de newsfeed van het ANP. De redactionele verantwoordelijkheid voor de berichten berust bij het ANP.
De Dopingautoriteit is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de hier gepubliceerde berichten en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade die (mogelijk) het gevolg is van eventuele onjuistheden en/of (andere) onvolkomenheden in deze berichten.