Fors meer vragen aan de Doping E-maillijn in 2012

28 februari 2013

Ieder jaar rapporteert de Dopingautoriteit over de statistieken van de Doping Infolijn. Deze front office bestaat sinds 2000. In de beginperiode konden vragenstellers alleen bellen, later bellen én e-mailen en sinds 2012 alleen nog e-mailen. Vandaar dat de naam veranderd is in Doping E-maillijn. Opvallend is dat, ondanks het wegvallen van de telefonische service, het totaal aantal vragen in 2012 6% meer was dan in 2011, respectievelijk 995 en 941.

Meer e-mails door betere promotie?
Een verklaring voor de forse toename in e-mails kan zijn dat mensen die anders per telefoon de vraag wilden stellen dat nu via de e-mail hebben gedaan, want dat kon eenvoudigweg niet anders. Een andere mogelijke verklaring is dat de website van de Dopingautoriteit in februari geheel vernieuwd is, inclusief een andere vormgeving waarbij het e-mailadres van de Doping E-maillijn (dopingvragen@dopingautoriteit.nl) veel beter zichtbaar is.

Statistieken lastiger met e-mails
Net als andere jaren zijn ook in 2012 gegevens van e-mailers zo volledig mogelijk (anoniem) vastgelegd. Via een e-mail is het lastiger om achtergrondinformatie te krijgen dan via de telefoon waarbij meer informatie aan de beller gevraagd kan worden. Zo bleek het geslacht van de e-mailer in 42% niet te achterhalen te zijn. In 71% van de gevallen kon de sporttak niet achterhaald worden. Dat maakt het doen van sommige uitspraken dus lastiger dan in voorgaande jaren.

(Top)sporters nummer één
De meeste vragen werden gesteld door sporters, hoewel dat er in 2012 relatief minder waren dan in 2011. Het aantal topsporters steeg met ruim 8% naar 84%. Dit is een trend van de laatste jaren. Op de tweede plek staan de scholieren of studenten die vragen stellen in het kader van hun (profiel)werkstuk. Voor die doelgroep is in 2012 een aparte knop op de homepage van www.dopingautoriteit.nl gemaakt, zodat zij makkelijk en snel bij de voor hen relevante webpagina komen.

Meer vragen over gluco’s en stimulantia
De meeste vragen gaan over de dopinglijst, oftewel staat een medicijn of middel op de dopinglijst ja of nee? Dat blijkt een kwart van het totaal te betreffen.Voorgaande jaren werden de meeste vragen gesteld over de dopingcategorie ‘anabole middelen’. In 2012 gingen de meeste vragen echter over glucocorticosteroïden. Ook het aantal vragen over stimulantia steeg significant (van 11,2% naar 17,2%).

Verwijzing naar eigen websites
De vragenstellers worden het meeste verwezen naar websites van de Dopingautoriteit, vooral de corporate website www.dopingautoriteit.nl. Op die laatstgenoemde is in 2012 steeds meer informatie gezet. Verwijzingen naar www.eigenkracht.nl namen af (van 17,8% naar 9,4%), terwijl die naar www.100procentdopefree.nl toenamen (van 9,4% naar 12,8%). Dit komt ongetwijfeld ook doordat meer topsporters dan fitnessers mailden. Ook opvallend is het aantal verwijzingen naar interne medewerkers. Dat was is 2011 nog 4,2% en nu 10,9%.

De kerngegevens over 2012 zijn hier te vinden.

Fors meer vragen aan de Doping E-maillijn in 2012