Ieder jaar rapporteert de Dopingautoriteit over de statistieken van de Doping Infolijn. Deze front office bestaat sinds 2000. In de beginperiode konden vragenstellers alleen bellen, later bellen én e-mailen en sinds 2012 alleen nog e-mailen. Vandaar dat de naam veranderd is in Doping E-maillijn. Opvallend is dat, ondanks het wegvallen van de telefonische service, het totaal aantal vragen in 2012 6% meer was dan in 2011, respectievelijk 995 en 941.
Meer e-mails door
betere promotie?
Een verklaring voor de forse toename in e-mails kan zijn dat
mensen die anders per telefoon de vraag wilden stellen dat nu via de e-mail
hebben gedaan, want dat kon eenvoudigweg niet anders. Een andere mogelijke verklaring
is dat de website van de Dopingautoriteit in februari geheel vernieuwd is, inclusief
een andere vormgeving waarbij het e-mailadres van de Doping E-maillijn (dopingvragen@dopingautoriteit.nl)
veel beter zichtbaar is.
Statistieken lastiger
met e-mails
Net als andere jaren zijn ook in 2012 gegevens van e-mailers
zo volledig mogelijk (anoniem) vastgelegd. Via een e-mail is het lastiger om
achtergrondinformatie te krijgen dan via de telefoon waarbij meer informatie aan
de beller gevraagd kan worden. Zo bleek het geslacht van de e-mailer in 42%
niet te achterhalen te zijn. In 71% van de gevallen kon de sporttak niet
achterhaald worden. Dat maakt het doen van sommige uitspraken dus lastiger dan
in voorgaande jaren.
(Top)sporters nummer
één
De meeste vragen werden gesteld door sporters, hoewel dat er
in 2012 relatief minder waren dan in 2011. Het aantal topsporters steeg met
ruim 8% naar 84%. Dit is een trend van de laatste jaren. Op de tweede plek
staan de scholieren of studenten die vragen stellen in het kader van hun (profiel)werkstuk.
Voor die doelgroep is in 2012 een aparte knop op de homepage van
www.dopingautoriteit.nl gemaakt, zodat zij makkelijk en snel bij de voor hen
relevante webpagina komen.
Meer vragen
over gluco’s en stimulantia
De meeste vragen gaan over de dopinglijst, oftewel staat een
medicijn of middel op de dopinglijst ja of nee? Dat blijkt een kwart van het
totaal te betreffen.Voorgaande jaren werden de meeste vragen gesteld over de
dopingcategorie ‘anabole middelen’. In 2012 gingen de meeste vragen echter over
glucocorticosteroïden. Ook het aantal vragen over stimulantia steeg significant
(van 11,2% naar 17,2%).
Verwijzing naar eigen
websites
De vragenstellers worden het meeste verwezen naar websites
van de Dopingautoriteit, vooral de corporate website www.dopingautoriteit.nl. Op
die laatstgenoemde is in 2012 steeds meer informatie gezet. Verwijzingen naar www.eigenkracht.nl
namen af (van 17,8% naar 9,4%), terwijl die naar www.100procentdopefree.nl
toenamen (van 9,4% naar 12,8%). Dit komt ongetwijfeld ook doordat meer
topsporters dan fitnessers mailden. Ook opvallend is het aantal verwijzingen
naar interne medewerkers. Dat was is 2011 nog 4,2% en nu 10,9%.
De kerngegevens over 2012 zijn hier te vinden.