In de afgelopen dagen is de Dopingautoriteit van verschillende kanten bevraagd over de relatie tussen de nieuwe frisdrank Red Bull Cola en het risico voor sporters om na het drinken hiervan positief te testen op (reststoffen van) cocaïne. Dit risico is minimaal, maar sporters wordt toch aangeraden om geen producten te consumeren die dopinggeduide stoffen bevatten. Vooralsnog is deze nieuwe variant niet beschikbaar in Nederland.
Eind mei zijn in een Duits laboratorium cocaïnesporen gevonden in het nieuwe product Red Bull Cola. De waarschijnlijke oorzaak ligt in één van de ingrediënten van deze variant van de al langer bekende energiedrank, namelijk cocabladeren. Men vond een hoeveelheid van 0,4 microgram cocaïne in 1 liter Red Bull Cola. In hoeverre deze gevonden concentratie representatief is voor alle verpakkingen is vooralsnog onbekend.
Het Duitse dopinglab uit Keulen heeft laten weten dat er op basis van deze gegevens ongeveer 10.000 liter Red Bull Cola moet worden gedronken voordat een sporter positief zou testen bij een dopingcontrole. Toch is het niet uit te sluiten dat dit kan gebeuren bij kleinere hoeveelheden, zeker gezien de gevoelige technieken die tegenwoordig worden gebruikt bij dopinganalyses. Het advies aan sporters is en blijft om geen middelen in te nemen die dopinggeduide stoffen bevatten. Dit geldt dus ook voor cocabladeren bevattende dranken, zoals de nieuwe Red Bull Cola. Voor zover de Dopingautoriteit weet, zijn er in verschillende Europese landen verschillende vormen van Red Bull Cola beschikbaar en niet alle varianten bevatten cocabladeren. De ingrediëntenlijst zal uitsluitsel moeten geven. In Nederland is het drankje nog niet beschikbaar.
De producent zelf geeft aan dat er geen enkel spoor van cocaïne in haar producten kan zitten en dat hertesten dit ook bewijzen. Ze zijn in overleg getreden met Duitse equivalenten van de Voedsel- en Warenautoriteit om hier uitsluitsel over te krijgen. Waar verschillende autoriteiten en de producent het in ieder geval wel over eens zijn, is dat zulke lage concentraties geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid.