Op 21 en 22 november organiseerde de Dopingautoriteit een symposium over wetenschap en antidopingbeleid. Meer dan vijftig wetenschappers, antidoping professionals, atleten en atletenvertegenwoordigers uit 22 landen kwamen samen in Amsterdam om te spreken over prevalentie van intentioneel en niet-intentioneel dopinggebruik.
In het Olympisch Stadion stond op de eerste dag intentionele doping centraal en werd gesproken over het belang van betrouwbare data over prevalentie. In hun keynotes gingen professor Andrea Petroczi (Kingston University, Londen) en senior researcher Werner Pitsch (Saarland University) in op onderzoeksmethoden voor het meten van prevalentie. Essentieel in de interpretatie van onderzoeksresultaten is dat alle assumpties en inherente onzekerheden van een onderzoek helder worden verklaard.
In break-out sessies werd deelnemers gevraagd om alternatieve methoden voor het meten van prevalentie te identificeren, zoals het hertesten van samples, analyse van online data en andere vormen van onderzoek. Daarbij werd geconcludeerd dat alle bronnen voor- en nadelen hebben en een gedeelte van het antwoord in zich dragen. Daarbij gaat het niet om het bepalen van de beste methode, maar om de beste combinatie van methoden. Tegelijk is het van belang dat er een standaard onderzoeksmethode beschikbaar is om vergelijkingen te kunnen maken tussen verschillende groepen.
Op de tweede dag van het symposium ging het over niet-intentioneel gebruik van doping. Onderzoek naar de potentiële oorzaken van niet-intentioneel dopinggebruik is nog beperkt, maar neemt toe. In haar presentatie besprak professor Susan Backhouse (Leeds Beckett University) recente onderzoeksresultaten, maar ook welke kennis nog ontbreekt.
Niet-intentioneel dopinggebruik is een complex probleem, dat een brede aanpak vraagt om ongewenste situaties te voorkomen. Dat bleek ook uit de getuigenissen vanuit de sport. Eerst bij monde van Rob Koehler, director general van Global Athlete. Koehler ging in op de impact die het risico op niet-intentionele doping heeft op sporters.
Vervolgens gaf zwemster Kira Toussaint een presentatie over de gevolgen van een vals positieve test in het najaar van 2018. Een verkeerde interpretatie van massaspectrometriegegevens resulteerde in een onterechte dopingbeschuldiging aan haar adres. Na maanden van onzekerheid en het missen van de wereldkampioenschappen werd ze vrijgepleit van enige schuld, maar de impact was groot. De ervaring van Toussaint laat de behoefte zien aan een systeem dat sporters helpt als ze zich moeten verdedigen tegen een onterechte dopingbeschuldiging.
Bij het voorkomen van niet-intentioneel dopinggebruik is educatie essentieel, maar het is niet de enige maatregel die nodig is om de het aantal gevallen tot een minimum te beperken. Een nog beter inzicht in prevalentie is daarom in het belang van sporters en de sport in het algemeen. De Dopingautoriteit zal zich ook bij het herzieningsproces van de Wereld Anti-Doping Code blijven inspannen om in de regelgeving gepaste aandacht te blijven geven aan het risico van niet-intentioneel dopinggebruik.