Drugs

De meeste drugs staan op de dopinglijst. Ze zijn alleen binnen wedstrijdverband verboden, maar vaak nog lang na gebruik nog op te sporen via de urine. Mocht er tijdens een controle binnen wedstrijdverband nog sporen van drugsgebruik te vinden zijn, dan test je positief.

Stimulantia

Stimulantia bevorderen de werking van het centrale zenuwstelsel. Het lichaam wordt hierdoor in een hogere staat van paraatheid gebracht. De prikkelgevoeligheid van de hersenen wordt vergroot, zodat allerlei lichaamsprocessen sneller gaan verlopen. Stimulerende middelen geven een mens een alerter en energieker gevoel. Voorbeelden van stimulantia zijn amfetamine (speed), cocaïne, XTC (MDMA).

Dopingcategorie S6. Stimulantia

Narcotica

In de sport worden de narcotica vooral bij blessures gebruikt vanwege het pijnstillend effect. Het gebruik kan onder andere leiden tot klachten zoals slaperigheid, te lage bloeddruk en misselijkheid. Wanneer er met een blessure die met narcotica verdoofd is, wordt doorgesport kan de blessure verergeren. Voorbeelden van narcotia zijn morfine, heroïne en opium (opiaten). 

Dopingcategorie S7. Narcotica

Cannabinoïden

Gebruik van cannabis (wiet, marihuana, hasj) is buiten wedstrijdverband weliswaar toegestaan, maar laat nog lang sporen na in de urine. Een recreatief blowtje kan je daardoor later nog duur komen te staan. Cannabis geldt in brede kringen als een redelijk geaccepteerd genotsmiddel. Het kost - vooral in Nederland - ook weinig moeite om er aan te komen. Het ontspannende en geestverruimende effect van cannabis is de voornaamste reden van het gebruik. De vraag is natuurlijk waarom een sporter tijdens een wedstrijd onder invloed zou willen zijn van cannabis. Welk voordeel levert dat op?

Nadelen

Op het eerste gezicht lijkt cannabis alleen maar nadelig te werken voor de sporter: een verminderde concentratie, tragere reactietijd, verminderde lichaamscoördinatie en het minder goed kunnen inschatten van risico's staan niet meteen garant voor een topprestatie. Daarnaast is de meest gebruikte methode om cannabis binnen te krijgen het roken van een joint. Ook niet bepaald een bezigheid die de carrière van een sporter - vaak afhankelijk van een flinke longcapaciteit - flink vooruit helpt.

Positieve effecten

Daar staan echter enkele positieve effecten tegenover. Cannabis kan de wedstrijdspanning verminderen, de ervaren pijn onderdrukken en het zelfvertrouwen van de sporter vergroten. Ook zijn er aanwijzingen dat (geringe hoeveelheden) cannabis een sporter kunnen helpen in een ‘flow' te komen. Dat is de fel begeerte toestand waarin alle handelingen ‘als vanzelf' lijken te gebeuren; alles klopt en lukt, de sporter voelt geen vermoeidheid meer en stijgt boven zichzelf en zijn/haar tegenstanders uit. Menige topprestatie, menig wereldrecord is tot stand gekomen terwijl de sporter zich in zo'n flow bevond. Neurowetenschappers verklaren dit fenomeen overigens door te stellen dat op zo'n moment de bewuste processen in de hersenen enigszins worden onderdrukt, waardoor geautomatiseerde handelingen - alle vaardigheden die de sporter door noeste training heeft verworven - ruim baan krijgen.

Verboden

Flow of geen flow, het gebruik van cannabis tijdens wedstrijden is verboden. Ook al vanwege de aanwijzingen dat langdurig cannabis kan leiden tot een verhoogde kans op psychische aandoeningen (bijvoorbeeld schizofrenie) en een verminderde werking van het geheugen en van andere geestelijke processen. Bovendien wordt het gebruik van cannabis gezien als zijnde ‘in strijd met de spirit van de sport'.

Recreatief blowen toegestaan

Gebruik van cannabis buiten wedstrijdverband is niet verboden. Dat betekent echter niet dat de sporter er buiten de wedstrijden rustig op los kan blowen. De biologie van de mens blijkt weer eens een complicerende factor. THC, de werkzame stof in cannabis, is namelijk een vetachtige stof. Dat maakt dat een deel van het THC dat bij het gebruik van cannabis in het lichaam komt, zich ophoopt in vetweefsel. Iemand die regelmatig een blowtje neemt, zal daardoor een zekere hoeveelheid THC in zijn/haar lichaamsvet hebben.

... maar niet zonder risico!

Zodra dit vet gebruikt wordt als energiebron (bijvoorbeeld bij een flinke lichamelijke inspanning tijdens een wedstrijd) komt het opgeslagen THC weer vrij in het lichaam. Die hoeveelheid THC is te weinig om er lichamelijk iets van te merken, maar kan wel waarneembare THC-sporen in de urine opleveren. Een dopingtest die wordt afgenomen na de wedstrijd kan daardoor positief uitvallen. Ook als het eigenlijke gebruik van cannabis al weken eerder heeft plaatsgevonden. Een recreatief blowtje kan je als sporter dus later - soms nog een maand later - duur komen te staan!

Geen veilige dosis aan te geven

Wat het gebruik van cannabis buiten wedstrijdverband er ook niet eenvoudiger op maakt, is het feit dat met name de nederwiet in de loop der jaren steeds krachtiger is geworden. De hoeveelheid THC per gram wiet is veel groter in het verleden. En niet constant. Je weet daardoor nooit precies hoeveel THC er na het roken van één joint in je lichaam is gekomen, laat staan hoeveel er in het vetweefsel is achtergebleven. Ook al omdat dit laatste afhankelijk is van tal van persoonlijke factoren. Al met al is het is niet mogelijk om aan te geven welk recreatief gebruik van cannabis (en wanneer) ‘veilig' is met het oog op dopingcontroles. Alleen ‘geen gebruik' is met zekerheid veilig.

Sporter is rolmodel

Tenslotte nog een reden om als (top)sporter afstand te bewaren tot cannabis. Sporters, met name sporters die de top bereiken, gelden vaak als rolmodel voor onder andere de jeugd. En ondanks het feit dat (in Nederland) het gebruik van cannabis redelijk wordt geaccepteerd, zien mensen toch liever geen blowend, snuivend of dronken rolmodel. Daarover kan zwemlegende Michael Phelps (acht maal goud tijdens de Spelen in Beijing, zes maal goud tijdens de Spelen in Athene) dan weer meepraten. Nadat een Britse krant in 2009 een foto publiceerde waarop Phelps in zijn vrije tijd stevig aan een wietpijp lurkt, schorste de Amerikaanse zwembond hem voor drie maanden. Niet als reglementaire straf maar ‘als krachtige boodschap over zijn status als voorbeeld voor jongeren'. Cornflakesbakker Kellogg's beëindigde bij het zien van de foto prompt het reclamecontract met Phelps.

Ross Rebagliati

Tijdens de Olympische Winterspelen van Nagano in 1998 won Ross Rebagliati de allereerste gouden snowboardmedaille in de Olympische geschiedenis. Na de uitslag van de dopingcontrole mocht hij zijn gouden plak weer inleveren: er was cannabis in zijn urine aangetroffen. Na een succesvolle beroepsprocedure kreeg hij zijn medaille overigens weer terug. Hij stelde dat de cannabis via ‘meeroken' in zijn lichaam moest zijn gekomen. Ook stond cannabis op dat moment wel op de dopinglijst van het IOC, maar niet op die van de internationale skifederatie FIS. Deze onduidelijkheid was mede aanleiding tot het oprichten van WADA datzelfde jaar.

Duidelijkheid nu

Anno 2011 is er geen onduidelijkheid meer over de status van cannabis (de officiële naam van wat meestal wiet, hasj of marihuana heet). Het gebruik van cannabis en verwante stoffen (cannabinoïden) is sinds 2004 verboden binnen wedstrijdverband. Sporters bij wie kan worden aangetoond dat zij tijdens een wedstrijd onder invloed waren van cannabis zijn de klos. Hen staat een reglementaire straf te wachten.

En het argument van Ross Rebagliati gaat tegenwoordig niet snel meer op. Een ontoelaatbare hoeveelheid THC in de urine als gevolg van ‘meeroken' komt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen voor, is inmiddels uit onderzoek bekend.