Hier worden de belangrijkste internationale en nationale organisaties beschreven die een rol hebben in het antidopingbeleid.
Het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) is de mondiale, onafhankelijke organisatie die de wereldwijde strijd tegen doping in de sport leidt. In het bestuur van WADA zitten overheden en sportorganisaties. WADA is gehuisvest in Montreal, Canada.
WADA is in 1999 door het IOC opgericht en kreeg de taak de dopingregels mondiaal te harmoniseren. Dit resulteerde in 2004 in de eerste Wereld Anti-Doping Code (de Code). Inmiddels is de Code 2021 van kracht.
De Code is het kerndocument dat het antidopingbeleid, de antidopingregels en antidopingvoorschriften harmoniseert. Bij de Code horen internationale standaarden die tot doel hebben de samenhang te bevorderen op verschillende gebieden.
De United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization (UNESCO) is een gespecialiseerde VN-organisatie met als missie het bijdragen aan vredesopbouw, armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en interculturele dialoog door onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie. Het UNESCO-hoofdkantoor staat in Parijs.
Om nationale overheden te binden aan de Code is een internationaal verdrag opgesteld: de International Convention of Doping in Sport. Deze UNESCO-conventie werd vastgesteld in 2005 en werd op 1 januari 2007 van kracht. Landen die de conventie ratificeren binden zich hiermee aan de principes van de Code. Inmiddels hebben meer dan 180 landen de conventie geratificeerd. Hier is de actuele lijst te vinden.
De Raad van Europa is een internationale organisatie waarvan 47 Europese landen lid zijn. Verder zijn 6 niet-Europese landen alsook Vaticaanstad waarnemer. De Raad is in 1949 met het Verdrag van Londen opgericht door de 10 stichtende leden (onder andere België en Nederland). De Raad heeft zijn zetel in het Franse Straatsburg.
In 1989 stelde de Raad van Europa de Anti-Doping Convention op die op 1 maart 1990 van kracht werd. Nederland ratificeerde het verdrag in 1995. Momenteel hebben meer dan 50 lidstaten deze Conventie geratificeerd.
De Conventie bevat bepalingen over verschillende aspecten van het antidopingbeleid, zoals de nationale en internationale coördinatie van het beleid, samenwerking met de sportwereld, maatregelen die de beschikbaarheid en het gebruik van doping zouden moeten verminderen, de dopinglaboratoria en voorlichting. Er is een Monitoring Group die de uitvoering van de Conventie bewaakt. De Monitoring Group laat zich adviseren door een aantal Expert Groups, met name die van ‘Legal’, ‘Science’ en ‘Education’.
Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) en het Internationaal Paralympisch Comité (IPC) zijn verantwoordelijk voor het antidopingprogramma tijdens de gehele duur van respectievelijk de Olympische en Paralympische Spelen. Deze periode loopt vanaf de opening van het Olympisch Dorp tot en met de dag van de sluitingsceremonie.
Internationale Sportfederaties (IF’s) dienen ook de Code te implementeren oftewel compliant te zijn. Dit houdt in dat ze zowel binnen als buiten wedstrijdverband dopingcontroles uitvoeren, sporters die dopingregels overtreden dienen te sanctioneren, aan voorlichting moeten doen, een internationale testing pool van sporters vaststellen en dispensaties afgeven. De IF's die de Code hebben ondertekend staan hier.
Major Event Organizers (MEO's) zijn organisatoren van continentale Spelen, zoals de European Games georganiseerd door het Europees Olympisch Comité, of grote, internationale (multi-sport) wedstrijden, zoals de Commonwealth Games of de World Games. Deze events moeten vanzelfsprekend in lijn zijn met de Code. Meer informatie over MEO's is hier te vinden.
RADO staat voor Regional Anti-Doping Organization. Het doel van RADO's is om in bepaalde minder ontwikkelde delen van de wereld toch een goed antidopingbeleid te garanderen. Er bestaan vijf RADO's (Afrika, Azië, America's, Europa en Oceanië) waarvan sommigen weer onderverdeeld zijn in zones. Een korte animatie-uitleg over RADO's is hier te vinden.
Er bestaan momenteel 34 laboratoria wereldwijd die door WADA zijn geaccrediteerd. Deze laboratoria mogen dus humane doping controle samples analyseren. Dit gebeurt volgens criteria vastgesteld in de International Standard of Laboratories (ISL). WADA controleert de laboratoria en indien niet aan de eisen wordt voldaan kan een laboratorium (tijdelijk) worden geschorst. De actuele lijst met de geaccrediteerde laboratoria is hier te vinden.
Het Court of Arbitration for Sport (CAS), oftewel het internationaal sporttribunaal, is gehuisvest in Lausanne, Zwitserland. Het is een onafhankelijk instituut en staat ook wel bekend als het 'sport's supreme court'. Indien partijen na de tucht- en beroepscommissie toch nog in hoger beroep willen dan kan dat bij het CAS. WADA heeft recht van beroep bij het CAS voor dopinggevallen onder jurisdictie van organisaties die de Code hebben geïmplementeerd.
iNADO staat voor Institute of National Anti-Doping Organisations. Zij helpt NADO’s, RADO's en hun staf en komt ook op voor hun belangen. Meer uitleg over iNADO is hier te vinden. Een lijst met lid-organisaties staat hier. iNADO is gehuisvest in Bonn, Duitsland.
Op 1 januari 2019 is de zelfstandig bestuursorgaan Dopingautoriteit opgericht. Dit gebeurde gelijktijdig met de invoering van de Wet uitvoering antidopingbeleid (Wuab). De Wuab geeft de Dopingautoriteit de wettelijke grondslag voor het uitvoeren van de taken. De missie van de Dopingautoriteit is het realiseren van dopingvrije sport in Nederland.
De Nederlandse overheid heeft sinds 1 janauri 2019 de Wet uitvoering antidopingbeleid (Wuab). Daarnaast heeft de Nederlandse overheid zich middels het ratificeren van twee conventies verbonden aan het internationale antidopingbeleid. Het betreft de UNESCO-conventie en de Raad van Europa-conventie. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en in het bijzonder de Directie Sport heeft het meest met het antidopingbeleid te maken. VWS, directie Sport financiert de Dopingautoriteit en gaat daarnaast de handel in doping tegen.
Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF) is ook stakeholder van de Code. Informatie wat NOC*NSF doet is hier te vinden.
Bij de Nederlandse sportieve ambities om bij de beste tien landen van de wereld te behoren, hoort een effectief en efficiënt antidopingbeleid. Dat is gericht op het tegengaan van gebruik, verstrekking en handel in dopinggeduide middelen. NOC*NSF streeft naar een dopingvrije sport om drie redenen:
In een streven naar een veilig sportklimaat heeft NOC*NSF het Centrum Veilige Sport Nederland opgericht. Hier kunnen sporters en andere betrokkenen terecht voor diverse integriteitskwesties, dus ook voor doping.
Er zijn in Nederland 56 sportbonden, aangesloten bij NOC*NSF, die een dopingreglement hebben. Dit reglement is gebaseerd op het Nationaal Dopingreglement (NDR).
De stichting Instituut Sportrechtspraak (ISR) heeft als doel recht te spreken in naam van, ten behoeve van en voor rekening en risico van aangesloten sportorganisaties. Inmiddels zijn 55 sportorganisaties bij het ISR aangesloten. Sportorganisaties kunnen aangesloten zijn voor specifieke onderdelen: algemeen tuchtrecht, doping, sexuele intimidatie, matchfixing of geschillenbeslechting. Een lijst van de aangesloten sportorganisaties is hier te vinden.