Gents dopinglab wil naast sporter staan

M e t foto

GENT (ANP) - Hij ziet zichzelf liever niet als een dopingjager. Professor Peter van Eenoo, directeur van het DoCoLab in Gent, en zijn medewerkers zien hun werk in de sport als een strijd voor fairplay. Het laboratorium doet jaarlijks meer dan zesduizend analyses op voornamelijk urine- maar ook bloedstalen. Een groot deel daarvan komt uit Nederland.

In het lab staan enkele racefietsen gestald. ,,Wij zijn sportliefhebbers, ook actief’’, verklaart Van Eenoo, directeur van een van de 35 door wereldantidopingbureau WADA geaccrediteerde laboratoria. Nederland kent een dergelijk lab niet. Vandaar dat de Dopingautoriteit, in ons land verantwoordelijk voor de controles van sporters, met zijn 2800 plasjes op jaarbasis over de grens moet; naar Gent of Keulen.

Als een Nederlandse sporter bij een wedstrijd in eigen land of buiten-competitie een plas (of bloed) heeft afgestaan, wordt dat via de Dopingautoriteit zo snel mogelijk in Gent afgegeven, zonder dat men daar weet om welke atleet het gaat. De analyses zijn anoniem. Pas bij een positieve test verandert dat. Zeker als de sporter gebruik maakt van het recht bij een hercontrole aanwezig te zijn. Van Eenoo: ,,Ik raad alle sporters in zo’n geval ook aan dat te doen. Maar neem dan wel een deskundige mee, en geen advocaat die niets van de procedures begrijpt en gaat zoeken naar iets totaal irrelevants om de zaak onderuit te halen.’’

Het laboratorium in Gent kent een stringente kwaliteitsbewaking. Een fout kan het lab zijn status kosten waarna het zijn deuren moet sluiten. Van Eenoo: ,,Wij moeten uiterst zorgvuldig te werk gaan. Als we niet voor de volle 100 procent overtuigd zijn dat een bepaalde stof is aangetroffen, rapporteren we niet.’’

Slechts één keer tot nu toe ging het DoCoLab onderuit. De Belgische triatleet Rutger Beke ging met succes in beroep tegen zijn positieve epotest. Van Eenoo - een beroepszaak loopt - bijt op zijn tong als hij terugkijkt op die zaak, zijn inziens door ‘ondeugdelijk bewijsmateriaal’ verloren. ,,Voor de burgerrechter verloor Beke in ieder geval zijn eis om schadevergoeding en moest hij ons betalen.’’

Het zijn zeldzame momenten dat hij tegenover een sporter staat. Van Eenoo ziet zich zelf vooral als sportfan, een groot voorstander van medisch verantwoord sporten en bewaker van de sportethiek. Kom bij hem niet aan met de mantra: geef alle doping maar vrij. ,,Ik ken de psyche van de topsporter. Als hij een pil kent die een goed effect zou hebben neemt hij er niet één maar twee. En omdat hij weet dat zijn concurrent dat ook doet, neemt hij er vier. Ons werk gaat niet alleen om bestraffen, ik wil vooral dat het een ontradend effect heeft.’’

Het verhaal dat het misschien wel gezonder is met epo de Tour te fietsen wuift hij ook weg. ,,Het zijn geneesmiddelen, die zijn niet uitgetest op gezonde mensen. Epo zou geen bijwerkingen hebben maar er zijn nu gevallen bekend van gebruikers die er allergisch op reageren, die geen rode bloedcellen meer aanmaken. We willen daarbij dat er in de sport onderscheid is vanuit talent, niet op basis van farmaceutische hulp.’’