Topsporters doen er alles aan om die ene topprestatie neer te zetten. Voeding, training, techniek, herstel; het moet allemaal tiptop in orde zijn. Elk mogelijk voordeel wordt benut. In dat proces zoeken veel topsporters de grens van het toegestane op. Oók als het gaat om het gebruik van medicijnen.
Het gebruiken van (zware) pijnstillers zoals diclofenac en tramadol om de vermoeidheid en pijn van verzuring te onderdrukken. Het puffen van astmamedicijnen om de zuurstofopname te verbeteren. En recenter: het innemen van slaapmedicijnen voor een betere nachtrust. Dit zijn enkele voorbeelden van medicijnen die voor een ander doel worden gebruikt dan waar ze eigenlijk voor bedoeld zijn.
Op de dopinglijst staan de stoffen en methoden die topsporters níet mogen gebruiken. Maar daarnaast blijft er van alles over dat volgens de dopingregels wél mag. En waar je als topsporter voordeel uit kunt halen. Een voor de hand liggend voorbeeld: goede, uitgebalanceerde (sport)voeding. Elke sportbetrokkene zal inzien dat dit zelfs essentieel is voor topprestaties.
Maar tussen die goede voeding en de dopinglijst bevinden zich allerlei andere middelen en methoden die vaak minder logisch zijn om te gebruiken. Dit geldt zeker voor medicijnen die nog wel zijn toegestaan, maar behoorlijke bijwerkingen kunnen hebben. En waarbij het misschien ook niet helemaal eerlijk voelt om ze te gebruiken. Elke sporter en begeleider bepaalt hierin de eigen grens. Voor de meesten ligt de grens bij een lichte pijnstiller, zoals paracetamol. Andere topsporters zijn bereid om veel verder het grijze gebied in te gaan.
Het gebruik van medicijnen zonder medische noodzaak is riskant. Zeker als topsporters ze op eigen houtje gebruiken. Allereerst natuurlijk vanwege de bijwerkingen. Hoe meer je gebruikt, hoe groter de kans op bijwerkingen. Lichte pijnstillers kunnen bijvoorbeeld al leiden tot maag- en darmklachten, en astmapuffers tot hartkloppingen en hoofdpijn. Bovendien is vaak nog maar weinig bekend over de gezondheidseffecten van medicijnen op de lange termijn.
Daarnaast vergroot een ‘pilmentaliteit’ bij topsporters de kans dat ze uiteindelijk doping gaan gebruiken. Dopinggebruik komt bijvoorbeeld ruim drie keer zo vaak voor bij topsporters die voedingssupplementen gebruiken, dan bij topsporters die dit niet doen. Het lijkt aannemelijk dat er een vergelijkbare link bestaat tussen het gebruik van toegestane medicijnen en doping. Risky business dus.
Hoe denk jij hierover? Is de dopinglijst voor jou de harde grens, of leg je de grens al eerder? En waarom? Het is zowel voor (aankomende) topsporters als de mensen eromheen goed om over dit onderwerp na te denken. Laat je in ieder geval altijd goed informeren door een arts voordat je een medicijn gaat gebruiken. Respecteer de grenzen van anderen, maar maak het oneigenlijk gebruik van medicijnen zeker bespreekbaar.
Twijfel je of een medicijn op de dopinglijst staat? Gebruik de Dopingwaaier App of neem contact op met de Dopingautoriteit via dopingvragen@dopingautoriteit.nl.