Het aantal vragen dat aan de Doping Infolijn werd gesteld in 2011 nam af met 27% ten opzichte van 2010. Zowel het aantal bellers (-28%) als het aantal e-mailers (-26%) daalde. De redenen daarvoor zijn onduidelijk.
De Doping Infolijn (DIL) bestaat sinds 2000 en jaarlijks worden de anonieme geregistreerde gegevens van bellers en e-mailers op een rijtje gezet. 2011 was het laatste jaar van de telefonische service, want die is per 1 januari 2012 gestopt. Per e-mail kan men nog wel vragen stellen. Deze worden binnen één werkdag beantwoord.
Het aantal bellers was al gedaald in 2010 en in 2011 zette zich dat voort; van 572 personen naar 411 (-28%). En steeg in 2010 het aantal e-mailers nog licht (+3%), in 2011 daalde het van 718 naar 530 personen (-26%). Mannen (54% gemiddeld) nemen iets meer contact op met de DIL dan vrouwen (46% gemiddeld). De gemiddelde gespreksduur aan de telefoon bedroeg ruim 7 minuten, de gemiddelde leeftijd van de vrager was 35 jaar (spreiding tussen de 15 en 65 jaar).
Het zijn vooral top- en wedstrijdsporters die bellen (83% van het totaal) of mailen (76% van het totaal). Op nummer 2 bij de bellers staan de ouders en bij de e-mailers scholieren/studenten. Deze laatste groep wil graag informatie voor (profiel)werkstukken of scripties. Zij worden standaard doorverwezen naar een speciale voor hen gemaakte webpagina.
De top 4 van de sporttakken waar de vragen via de telefoon en mail betrekking op hebben bestaat uit: wielrennen, fitness, atletiek en zwemmen.
De meeste vragen worden gesteld over de dopinglijst. Men vraagt of het medicijn dat men gebruikt of wil gaan gebruiken op de dopinglijst staat. Nummer twee en drie zijn medische dispensaties en voedingssupplementen.
De dopingcategorieën waar de meeste vragen over gaan zijn glucocorticosteroïden, bèta-2-agonisten, anabole middelen en stimulantia. De eerste twee categorieën zijn groepen medicijnen die relatief veel door sporters worden gebruikt en waar in sommige gevallen dispensatie voor nodig is. Het betreft middelen tegen astma en ontstekingen.
In een derde van de gevallen dat de beller of e-mailer wordt de vragensteller doorverwezen naar de website van de Dopingautoriteit. Verder scoort de NZVT-website hoog bij doorverwijzing net als de website van Eigen Kracht.
Alle cijfers en percentages kunnen hier gevonden worden.