De afgelopen tijd zijn in urinemonsters van meerdere sporters lage concentraties van het dopinggeduide middel clenbuterol gevonden. In een deel van deze gevallen is de consumptie van vervuild vlees als mogelijke verklaring genoemd. Recent wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat in China geconsumeerd vlees inderdaad tot een positieve clenbuterol-bevinding kan leiden.
Vandaag werden in Keulen de resultaten van een onderzoek bekend gemaakt. Het onderzoek werd uitgevoerd door de Deutsche Sporthochschule Köln. Aan het onderzoek namen 28 personen deel die tussen 15 september 2010 en 15 januari 2011 China bezocht hadden. In 22 van deze gevallen konden lage concentraties clenbuterol in de urine worden aangetoond. De meest waarschijnlijke verklaring voor deze bevindingen is het misbruik van clenbuterol als groeibevorderaar in de Chinese veeteelt.
Clenbuterol is een luchtwegverwijder dat ontwikkeld is als veterinair geneesmiddel, ter bestrijding van astma bij paarden en koeien. Het middel kan echter ook (illegaal) worden aangewend om de spiergroei (en dus vleesproductie) te bevorderen. Het is ook wegens deze anabole werking dat clenbuterol door sporters misbruikt wordt.
Clenbuterol staat sinds jaar en dag op de dopinglijst, in de categorie S1, Anabole middelen. Toepassing van het middel in de vleesindustrie is verboden.
Sporters die in aanmerking (kunnen) komen voor een dopingcontrole en die
naar China reizen doen er goed aan om hun consumptie van aldaar
geproduceerd vlees zoveel mogelijk te beperken.
Of een dergelijke
waarschuwing ook voor een of meer andere landen zou moeten gelden, kan
op dit moment niet worden vastgesteld, bij gebrek aan onderzoeksgegevens
uit andere landen.
Gezien de voedselveiligheid in Europa moet de kans op een clenbuterol-vervuiling in Europa als extreem klein worden beschouwd.