De Doping Infolijn van de Dopingautoriteit houdt digitaal (anonieme) gegevens bij van bellers en e-mailers. In 2009 zijn er totaal 1424 contacten geregistreerd. Dat betekent een toename van 10% ten opzichte van 2008.
Vooral ouders (van topsporters) vragen vaker informatie aan de Doping Infolijn.
Het aantal e-mailers nam met 29% toe tot 697 personen, terwijl het aantal bellers een lichte daling vertoonde.
Jaarrapportage
Jaarlijks worden de gegevens van de Doping Infolijn bekeken en met die van het voorgaande jaar vergeleken. Het aantal telefoontjes wordt al vanaf de start van de Doping Infolijn (in 2000) bijgehouden. Sinds 2006 worden ook de e-mails geregistreerd.
Aantal contacten neemt toe
Evenals in 2008 nam het aantal e-mails toe en wel met maar liefst 29%. Het aantal telefoontjes daalde met 3%. Per werkdag werden ongeveer 3 telefoontjes en bijna 3 e-mails beantwoord.
De trend van een toename van het aantal e-mails zet zich dus voort. Het totaal aantal contacten met de Doping Infolijn is met 10% toegenomen ten opzichte van 2008.
De gemiddelde gespreksduur was in 2009 met een halve minuut toegenomen tot 7,1 minuten. Dat is mogelijk het gevolg van de gewijzigde dispensatieprocedure voor het gebruik van bèta-2 agonisten. Dit vereiste de nodige uitleg.
Veel vragen over gewijzigde regels voor gebruik bèta-2 agonisten
Per 1 januari 2009 werd de verkorte dispensatieprocedure voor het gebruik van bèta-2 agonisten afgeschaft. Gebruikers van deze middelen moesten het afgelopen jaar voor het eerst een volledige procedure volgen en extra medische informatie aanleveren, waaronder een recente longfunctietest. Dit riep veel vragen op. De veranderde regels voor de bèta-2 agonisten zorgde bij bellers en bij e-mailers voor een eerste plaats in de top vijf van dopingcategorieën (bellers: toename van 23,4% naar 41,5%; e-mailers: toename van 17,2% naar 24,2%).
Zowel aan de telefoon als per e-mail was de dispensatieprocedure het vaakst onderwerp van de vraag. Bij de bellers nam het percentage vragen over de dispensatieprocedure toe van 23,4% naar 45,3% en bij de e-mailers van 7,1% naar 18,4%.
Meer (ouders van) topsporters weten de Doping Infolijn te vinden
Het totaal percentage sporters dat gebeld heeft, nam af tot 37,7%. Het aantal ouders dat telefonisch contact zocht met de Doping Infolijn is gestegen naar 27,0%.
Bij de e-mailers is het percentage sporters afgenomen tot 39,6% en het aantal ouders nam toe tot 7,9%. Het aantal e-mails van scholieren en studenten nam toe van 13,9% naar 15,6%.
Het percentage topsporters van het totaal aantal sporters steeg bij de bellers tot 90,5% en bij de e-mailers tot 74,0%. Bij de breedtesporters was een daling te zien bij de bellers van 17,7% naar 9,5% en bij de e-mailers van 30,8% naar 26% ten opzichte van 2008.
De sporttak waarover het meest gebeld werd was wielrennen (3,1%) en bij de e-mailers werden de meeste vragen gesteld over fitness (10,6%)
Daling aantal vragen over anabolen
In 2009 nam het aantal vragen over anabolen opnieuw af ten opzichte van het voorgaande jaar. Aan de telefoon nam het percentage vragen over anabolen af van 27,1% naar 8,5% en per mail daalde dit van 26% naar 15%. Ook de werking en risico’s was minder vaak een gespreksitem (bellers: daling van 15,8% naar 3,8%; e-mailers: daling van 11,4% naar 4,8%). Bij de e-mailers verdween dit item uit de top vijf.
Het absolute aantal vragenstellers dat de Doping Infolijn kent via de Eigen Kracht-website blijkt weer te stijgen bij de e-mailers, terwijl dit bij de bellers gelijk blijft.