De Doping Infolijn van de Dopingautoriteit houdt digitaal (anonieme) gegevens bij van bellers en e-mailers. In 2007 is het aantal telefoongesprekken met 11% en het aantal e-mails met 18% toegenomen ten opzichte van 2006. In 2007 zijn er totaal 1112 contacten (telefoon en e-mail) bij de Doping Infolijn geregistreerd. Dat betekent een toename van 14%.
Aantal contacten neemt toe
Het totaal aantal contacten met de Doping Infolijn is met 14% toegenomen tot 1112. De kerngegevens over 2007 staan hier. Het aantal gesprekken is met 11% gestegen tot 673. De gemiddelde gespreksduur bedroeg ongeveer 7,6 minuut. Per werkdag belden er gemiddeld iets minder dan 3 personen. Het aantal e-mails nam met 18% toe tot een totaal van 439. Er zijn gemiddeld bijna 2 e-mails per dag beantwoord.
Spreiding
Op maandag vond 18,3% van de gesprekken plaats. Op dinsdag werd een kleine toename ten opzichte de maandag geregistreerd tot 20,5%. Het aantal bellers kende een piek op woensdag van 22,3% en op donderdag en vrijdag vonden er evenveel gesprekken plaats (19,5%). Op maandag werden de meeste e-mails geregistreerd (28,7%) en het aantal nam in de loop van de week af tot 14,0% op donderdag. Op vrijdag werd een kleine toename gezien tot 14,8%. De piek op maandag is te verklaren doordat dan ook de e-mails die in het weekend binnengekomen zijn op maandag werden beantwoord en geregistreerd. Wanneer gekeken wordt naar het totaal aantal contacten (bellers en e-mailers tezamen) per maand blijkt dat de percentages uiteenlopen van 7,7-9,9%.
Gemiddelde leeftijd beller stijgt
De gemiddelde leeftijd van de bellers en e-mailers nam met 3 jaar toe tot 34,2 jaar. In 2005 en 2006 werd de Doping Infolijn het meest gebeld door mensen in de leeftijdscategorie van 21-25 jaar (respectievelijk 23% en 18,2%), maar dit is in 2007 met 6,2% nog verder afgenomen tot 12%. In 2007 zijn de meeste bellers te vinden in de leeftijdsgroep van 41-50 jaar (14,1%). Zowel deze stijging, als de toename van de gemiddelde leeftijd van de bellers kan mogelijk worden verklaard door een toename van het aantal ouders van sporters die contact zochten met de Doping Infolijn.
Meer mannelijke dan vrouwelijke vragenstellers
Evenals in 2006 zijn in 2007, zowel bij de e-mailers als de bellers, meer mannelijke (respectievelijk 59% en 62%), dan vrouwelijke informatiezoekers (38% e-mailers en 38% bellers) genoteerd. Bij deze cijfers is een correctie uitgevoerd voor het aantal informatiezoekers waarvan geen geslacht is geregistreerd.
Meer ouders van sporters met vragen
Het percentage sporters dat gebeld heeft, is met bijna 5% afgenomen tot 40,7%. Het aantal bellers waarvan de achtergrond onbekend was, is met 0,5% afgenomen ten opzichte van 2006. In 2007 is de Doping Infolijn vaker door ouders van een sporter gebeld dan in 2006 (2007: 15,9% en in 2006: 11,2%). Bij de e-mailers is het percentage sporters toegenomen met 15,6% tot 38,3%. Ook het percentage e-mailende ouders is met 2,8% toegenomen ten opzichte van 2006 tot 3,9%.
Minder fitnessvragen, meer breedtesporters
De sporttak waarover het vaakst vragen werden gesteld was fitness (12,9%), gevolgd door wielrennen (11,7%), voetbal (4,9%), zwemmen (3,4%) en atletiek (3,0%). Het aantal bellers dat vragen had over fitness nam echter af met ruim 5% ten opzichte van 2006. Het percentage topsporters nam af met 6% tot 59% en het percentage breedtesporters kende een toename van 6% tot 41% ten opzichte van 2006.
Bekendheid Doping Infolijn via sportbond neemt toe
Van veel bellers (44,9%) zijn geen gegevens geregistreerd hoe ze de Doping Infolijn kennen. Het aantal bellers dat de Doping Infolijn via hun sportbond kende nam toe met 6,1% tot 11,6%. Op de derde plaats stond de groep vragenstellers die al eerder hadden gebeld (9,8%). Het aantal bellers dat het nummer gevonden had op de website van de Dopingautoriteit nam met 16,2% af tot 9,5%. De toename van de bekendheid via de sportbond kan mogelijk verklaard worden doordat er in 2007 meer voorlichtingsactiviteiten bij de sportbonden hebben plaatsgevonden.
Veel vragen over anabole middelen en de dopinglijst
De top vier van dopingcategorieën waarover de meeste vragen werden gesteld is ten opzichte van vorig jaar ongewijzigd. Het aantal vragen over anabole steroïden nam met 6,5% toe tot 39%. De meeste vragen hadden, evenals vorig jaar, betrekking op de dopinglijst (26,1%) of een middel wel of niet toegestaan is, hoewel dit wel 6,8% minder was dan het voorgaande jaar. Het aantal vragen over GDS nam met 3,2% toe tot 16,6%, terwijl er minder informatie gevraagd werd over voedingssupplementen (17,3%).