Het Mulier Instituut heeft onderzoek uitgevoerd naar het dopinggebruik in de Nederlandse topsport. Het doel van dit onderzoek was het in kaart brengen van (1) de prevalentie van het gebruik van doping onder Nederlandse topsporters en (2) de opvattingen van topsporters over het gebruik van prestatiebevorderende middelen.
De schatting van het dopinggebruik onder Nederlandse topsporters ligt op 12,5 procent, met een onzekerheidsmarge van 3,0 tot 24,7 procent. Dit houdt in dat in deze steekproef een schatting van 12,5 procent is gevonden en dat het werkelijke dopinggebruik ergens ligt tussen de 3,0 en 24,7 procent. Vergelijkbare data uit 2015 laten een schatting van dopinggebruik van 7,6 procent zien met een onzekerheidsmarge van 0 tot 25,5 procent. Door de brede onzekerheidsmarge kan echter niet met zekerheid worden gezegd dat het dopinggebruik sinds 2015 is gestegen.
Raadpleeg het gehele onderzoek (English Summary) van het Mulier Instituut voor meer bevindingen over dopinggebruik in de Nederlandse topsport.